2. Een schriftelijke mededeling van deze overschrijving wordt
tezamen met een aanbod van de schadeloosstelling door degene, te
wiens name is onteigend, zodra mogelijk, ter kennis gebracht van
degenen, die op het tijdstip van de overschrijving als eigenaar of
mede-eigenaar of als rechthebbende of mederechthebbende op een
zakelijk recht in de registers van het Kadaster voorkwamen, of als
hypotheekhouders waren ingeschreven. Tot het tijdstip van dit
aanbod blijft aan de gebruikers van het onteigende het ongewijzigd
gebruik voorbehouden. De besluiten van de gemeentebesturen tot
het doen van het aanbod behoeven de goedkeuring van Gede
puteerde Staten. De artikelen 212, eerste lid, 213, 230, 231, 232,
235, 236 en 237 der gemeentewet zijn van overeenkomstige
toepassing.
3. Indien degene, te wiens name is of zal worden onteigend,
het verzoekt, benoemt de arrondissementsrechtbank, binnen wier
rechtsgebied het onroerend goed is gelegen, een of meer des
kundigen in oneven getale, ten einde aan de verzoeker advies uit
te brengen alvorens deze het aanbod van de schadeloosstelling
doet.
4. Het aanbod van de schadeloosstelling kan mede het voorste)
inhouden, dat ten aanzien van gebouwde onroerende goederen, als
in artikel 10, eerste lid, sub 1°., bedoeld, de bepaling van een
gedeelte van de schadeloosstelling zal worden uitgesteld tot het
tijdstip, waarop naar het oordeel van degene, te wiens name is
onteigend, redelijkerwijs vaststaat, of, en zo ja, op welke wijze
in de vervanging van het onteigende is of zal worden voorzien,
en dat op dit tijdstip een nader aanbod zal worden gedaan ten
aanzien van het gedeelte der schadeloosstelling, waarvan de be
paling is uitgesteld. Slechts indienen voor zover dit gedeelte de
verkoopswaarde betreft is artikel 5 van het Vervreemdingsbesluit
onroerende zaken op dit nader aanbod van toepassing.
5. Alle stukken ter uitvoering van het bepaalde in dit en de
beide voorgaande artikelen zijn vrij van zegel en van het recht
van registratie.
6. De schadeloosstelling wordt vastgesteld overeenkomstig het
bepaalde in de artikelen 40 tot en met 47, 49, 92, 92a, 93 en 94
van de Onteigeningswet, artikel 88 van het Pachtbesluit en, on
verminderd het bepaalde in de slotzin van het 4e lid van dit
artikel, artikel 5 van het Vervreemdingsbesluit onroerende zaken.
Bij de berekening van de schadeloosstelling wordt niet gelet op
veranderingen, gemaakt na de nederlegging, bedoeld in artikel 10,
derde lid.
De eigendom gaat reeds over door de overschrijving van het
goedgekeurde onteigeningsbesluit.
Aan de gebruikers van het onteigende blijft het ongewijzigde
gebruik voorbehouden tot het tijdstip, waarop hun een aanbod
106