Nederlandse periode n.l. in 1660 opgemeten door de land
meter Jacques Cortelyou 25Hoe minutieus deze is tewerk ge
gaan bij de opmeting van het kleine stadje dat tot de metro
polis New York zou uitgroeien, vertelt ons de cartoloog Dr. F. C.
Wieder26): niet alleen elk huis is er individueel op voor-
gesteld, maarzelfs alle tuinen met hun aanleg van perken
,,en bomen zijn afgebeeld. De gevels van het Stadhuis en de groote
gebouwen, het fort met zijn kanonnen, de molen, de vlaggestok
,,en de vlag met het monogram van de Geoctrooieerde West-
.Indische Compagnie, de muur, de waterputten, kortom alle merk
waardigheden van het oorspronkelijk Hollandsche stadje zijn er
,,in hun onderlinge samenhang nauwkeurig op af te lezen. Ik
,,voeg er aan toe, dat de onderzoekingen, door de Heer Stokes
,,in Amerika verricht, ertoe geleid hebben, dat van meer dan een
derde der huizen de toenmalige bewoners konden worden
vastgesteld."
De heer Wieder, die bovengenoemde kaartering van de op
metingen van landmeter Cortelyou terugvond in de Villa Castello
te Florence, constateerde echter niet alleen de minutieuze kaar
tering, maar hij ontdekte ook een regelmatig stelsel van elkaar
kruisende straten, waarvan de hier en daar gebouwde huizen alle
in een rooilijn stonden. ,,Wel verre van een onregelmatig con
glomeraat van huizen en erven te zijn"» aldus dr Wieder, „was
het stadje, vóór de bouw begon, reeds in zijn geheel getraceerd."
Gezien het feit dat b.v. de Zeeuwse compagnie en de O.I.C. reeds
in het begin van de 17e eeuw landmeters in dienst hadden, is het
m.i. heel goed te verdedigen, dat ook de uitzetting van de platte
grond van Nieuw-Amsterdam (omstreeks 1630) het werk is ge
weest van een landmeter, in dit geval in dienst van de West-
Indische Compagnie.
Batavia*
In dezelfde periode is ook al sprake van een rooimeester en
landmeter te Batavia, n.l. van Frans Florisz van Berckenrode,
telg van een beroemd landmetersgeslacht. Bij plakkaat van
30 April 1627 werd deze gezworen landmeter bij den Hove van
Holland aangesteld als eerste landmeter te Batavia. Jammer ge
noeg is diens instructie onbekend gebleven, doch zeer vermoe
delijk was het de taak van Frans Florisz om een kaart te ver
vaardigen van Batavia en onmiddellijke omgeving. Zijn loon
bedroeg vier stuivers ,,voor de royinge ende metinge van yder
quadraet roedt huyserfs", en ,,drie achtste reaal van achten voor
de rooying en meting van elke hondert quadraet roeden thuyn
91
25J. KEUNING, Johannes Vingbooms, teekenaar, graveur en kartograaf (Het
Boek, nieuwe reeks dl. 22, jg. 19331934).
2(}) Dr. F. C. WIEDER, Onderzoek naar de oudste kaarten van de omgeving
van New York, T.A.G. jg. 1918 blz. 235 e.v.