6. Een coper wynckel-kruys met een stock van alles voorzien
(eenvoudig hoekmeetinstrument dat op een stok werd ge
schroefd, welke stok voorzien was van een ijzeren sok, die in
de grond werd gedrukt).
7. Een keten (meetketting) van vijf rijnlantsche roeden met ko-
pere wartels; noch twee getekende roede bloysche maete (dus
twee meetlatten, met verdeelstrepen, ter lengte van een
Bloysche roede 3,616 m.)
8. Noch twee copere pinnile met een gevoerde doose, daer de
instrumenten inleggen (viziernaalden voor het wynckel-kruys)
9. Ses groote parckamente vellen met 12 gemeene vellen.
10. Een forticatieboeck van H. Ruyse (Ruysch, wiskundeprof te
Leiden) een idem van Gerrit Melder (gewezen fortificatie
meester te Utrecht, later hoogleraar te Leiden), een idem van
Symon Steven, een idem van Samuël de Morloeis (Sam.
Marolois, mathematicus te 's-Gravenhage)een idem van de
tafelsinus van Olphersz. (Coenr. Olphertsz, gezworen land
meter van Delfland).
De landmeter met zijn instrumenten bereikte evenwel het reis
doel niet, want in Mei 1667 viel het convooi in handen van de
Engelsen.
Landmeter Willem Mogge moet geheel Suriname meten*
Echter, na de vrede van Breda op 31 Juli 1667 zeilde reeds
binnen een maand weer een convooi naar Suriname, vergezeld
van een landmeter: Willem Mogge, gaende in gualiteyt als land
meter en ingenieur na Serename." Met welk een optimisme (of
misschien heilige onnozelheid?) zijn lastgevers vervuld waren en
voor welk een opgave deze landmeter met zijn primitieve instru
menten gesteld stond, ervaren we enigszins uit zijn instructie dd.
12 Aug. 1667, waarin ondermeer het volgende was bepaald:
,,Sal dadelick op sijne aencomste tot Serename een pertinente
,,en correcte caerte van geheel Serename maecken met hetgene
,,daeronder wert gerekent, soo van rivieren, casteel als planta-
,,giën, suykermolens, bosschen en 'tgene aldaer meer is te remar-
,,queeren, met pertinente en distincte aenwijsinge van alles: des
,,sal hij allesints soo voor het landt als particuliere gebruycken de
,,Bloyschen mate alhier in Zeeland meest gebruyckelick."
Behalve de opmeting van geheel Suriname kreeg landmeter
Mogge nog de werkzaamheden voor particulieren onder zijn hoede.
Hij verkreeg van de Zeeuwse Gecommitteerden admissie, als ge
zworen landmeter te mogen optreden voor ingezetenen en kolonis
ten, onder voorwaarde van ,,rechtveerdige mate en roede te voeren
en yder 't sijne geven, tusschen de roede, de halve roede en den
voet met onderscheijt van duymen."
Landmeetkundigen ook in later tijd beperkt*
Ook in latere jaren was het aantal landmeters niet groot. Toch
93