eeuwig gedoemd werden, om na hun dood rond te waren, ten einde de grensscheidingen te behoeden. Op zichzélf zijn deze verhalen, deze legenden, reeds interessant voor mensen van ons slag, doch de achtergrond is dit nog meer. Immers, in welke tijd zijn deze sagen (die zich niet tot ons land bepalen) ontstaan? Kunnen wij door deze mythen dieper dringen in het haast ondoordringbaar gordijn van onwetendheid over het landmeterschap in de vroege middeleeuwen?? Overlevering niet vleiend? Blijkt inderdaad uit de tot nu bekende sagen een spreekwoor delijke onbetrouwbaarheid der middeleeuwse landmeters? Dr Naarding meent in de Drentse gevallen van wel: „De overlevering is voor de landmeters niet erg vleiend. In haar is al de teleur stelling, al de eeuwenlange vete en vijandschap der strijdende markebewoners gecondenseerd en als een demoniserende damp neergedaald op hun arme hoofden. God strafte hen voor het valse lijk leggen der grenzen, door hen over te leveren in de klauwen van de Boze." Dr. Wiersum 34evenwel is van een tegenover gestelde mening: Hoe hoog de betrouwbaarheid in de meting geschat werd, blijkt wel uit de sage, dat de zielen van hen, die zich aan valse landmeting hadden schuldig gemaakt, deze na hun dood met gloeiende meetwerktuigen moesten herhalen." Men zal het, dunkt mij, niet euvel kunnen duiden dat schrijver dezes zich meer tot de laatstgenoemde stelling voelt aangetrokken. Is, gezien de gehele geestelijke instelling van de middeleeuwer en zijne ge meenzaamheid met het heilige en onheilige, de kern der sagen hier niet stééds de inscherping aan de landmeter van zijn afgelegde eed, op straffe van eeuwig verdoemd te zijn? Onwillekeurig dringt zich hier de herinnering op aan de Duitse sage, die Holty inspireerde tot z'n lied van „der alte Bauer an seinen Sohn" en hetwelk aldus door Tollens 35werd vertaald: De slinkse Koen, bekend in 't rond, Een booswicht tot aan 't graf, Stal telkens van zijns buurmans grond Een brede ploegsnee af. Nu ziet des middernachts zijn buur Op 't omgelegen land Een ploeg van vuur, een man van vuur, Die over d'akkers brandt. Ook hier het afschrikwekkende voorbeeld met dezelfde elemen ten: het hellevuur, de onrechtvaardige, zijn attributen, de eeuwig durende weerkeer naar de plaats van het misdrijf. Het ware te wensen, dat deskundigen de ouderdom van der- 97 34Dr E. WIERSUM10) t.a.p. blz. 607. 35) Nieuwe werken Mij. der Nederlandse Letterkunde te Leyden, dl. II, blz. 188.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1949 | | pagina 9