Overgangsbogen (Een boogwijziging uit de practijk) Eén van de spoorwegstations in het westen des lands zal belang rijk worden gewijzigd. Hierbij deed zich o.a. het volgende geval van een boogberekening voor. Uitgaande van 2 nieuwe assen van dubbele sporen (dus een 4'Sporige baan, zie fig. 1 moest aansluiting worden gezocht aan de bestaande toestand, en wel zodanig dat: 1*°. Vanuit de nieuwe spooras I (zie fig. 2) met een straal van 1510.50 m. aangesloten werd aan het bestaande booggedeelte met een straal van 1800 m. (dit gedeelte gaat in het tangent- punt T4 weer ovier in een boog met een straal van 2100 m.). 2°. Vanuit de nieuwe spooras II bogen worden berekend, die ge heel concentrisch aan het onder 1°. genoemde lopen, dus met stralen resp. groot 1502 m, 1791,50 m en 2091.50 m (volgens de gestippelde lijn). Op de overgangspunten van de beide stralen R 1510.50 en R 1502 naar assen I en II, moesten overgangsbogen worden ingelast. 135 door D. DE GRAAF, lid van de Vereniging van Landmeetkundigen. r/G 2 jis/j ijj i 43J71 2J.-i JJVOJ? F/G

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1949 | | pagina 11