regelmatig en niet al te sterk is, gaat alles ,,op rolletjes". De piloot brengt het vliegtuig naar de hoogte, die voor de juiste schaal van de kaart gewenst is. De navigator bepaalt de positie van het vliegtuig en geeft telefonisch gegevens omtrent windsnelheid en koers aan de vlieger, waarna de foto-run gemaakt kan worden. Niet altijd gaat het zo eenvoudig; ja, meestal niet. In deze warme streken is de atmosfeer bijna altijd in hevige beroering door de opstijgende warme luchtstromen, die van de blakende aardbodem opstijgen. Het is niet luchtziekte, die de bemanning nauwkeurige uitvoering van .haar taak bemoeilijkt, maar wel de voortdurende beweging van het vliegtuig op de deining van de bewegende lucht, waardoor de navigator ononderbroken koerscorrecties aan de vlieger moet door geven. Deze doet op zijn beurt weer zijn uiterste best om ieder stootje van de lucht zo soepel mogelijk op te vangen. De cameraman zit bij al dit gehobbel voortdurend de stand van zijn camera bij te stellen, want voor goede opnamen is het nodig, dat deze zuiver verticaal staat, ongeacht de stand van het vliegtuig op dat moment. Het opnemen van iedere strook vraagt dus voortdurende aandacht van de bemanning tijdens de gehele vlucht. Met de opstuwende warme luchtmassa's stijgt ook waterdamp' omhoog uit de uitgestrekte wouden, die in de koele nacht of tijdens de veelvuldige hevige re gens veel vocht tot zich trekken. Iedere meter stijging in de atmos feer betekent afkoeling, ook voor de waterdamp. Deze condenseert en wordt zichtbaar. Eerst als kleine wattenpropjes, die echter snel uitgroeien tot grote opbollende .bloemkolen", de grootste vijand van de luchtkartograaf. Bijna altijd hangen deze wolken lager dan de noodzakelijke vlieghoogte, zodat het fotograferen ten zeerste bemoeilijkt wordt. Komen de wolken opzetten, dan moet daar het werk gestaakt worden en gaat men op zoek naar een plekje, dat nog niet gefotografeerd is en waar geen wolken hangen. Naarmate het werk vordert, blijkt, dat sommige gebieden door hun begroei ing een sterke wolkenvorming veroorzaken. Met eindeloos geduld moet men dan de goede gelegenheid afwachten om de camera ook naar dit stukje Suriname te laten knipogen. Ondanks alle moei lijkheden werden op deze wijze tot op heden ruim honderdduizend vierkante kilometers, of wel driemaal de oppervlakte van Nederland, vastgelegd. Niet alleen in de lucht moet gepionierd worden om deze kar tering tot stand te brengen. Het zwaarste werk wordt eigenlijk door de mannen van de K.L.M.-meetploegen op de grond uitge voerd. Met de mozaïek van foto's alleen heeft men nog lang geen volwaardige landkaart gemaakt. De meetkundige grondslag, die de eigenlijke waarde van de kaart bepaalt, ontbreekt er dan nog aan. Het net van meridianen en breedtecirkels, dat iedere behoorlijke kaart heeft, moet ook hierbij worden vastgesteld. Dit doet men door een aantal markante punten van het terrein, dat gefotografeerd is, ,,op te hangen" aan dit onzichtbare net, waardoor de hele aarde 152

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1949 | | pagina 28