Oud-Necl erlandse Landmeters, III
Een aantekening uit 1262,
Slechts bij toeval worden bouwstenen ontdekt voor een beter in
zicht in de geschiedenis van de landmeterij van vóór 1500. Tot op
vandaag de dag is onze kennnis t.a.v. landineterswerk in deze
vroege periode nog zeer gering,. Het bronnenonderzoek door archi
varissen bracht een aantekening uit het jaar 1262 aan het licht,
gesteld in een register der abdij van Sint Truyen, welke in Holland
en Utrecht bezittingen had: I virgam in latitudine et C virgas in
longitude faciunt unam mensuram, Teutonic hunt per totam terram
„de Utrecht; VI mensurae faciunt I juger, Theutonice morgen;
,,XVI jugera suve morgen faciunt unam mansum sive huve." 89
Dit komt hierop neer, dat 100 riemroeden (d.i. een strook, lang
100 roeden en breed één roede) één „hont" uitmaken; zes „honden"
zijn één morgen en 16 morgen 1 hoeve. Dezelfde maatindeling
vindt men in later tijd herhaaldelijk terug, nog uitgebreid (wat niet
zeggen wil, dat men ze niet in de 13e eeuw gébruikte) met „viertel"
één vierde hoeve ofwel vier morgen, een „mat" gelijk aan twee
derde morgen, dus 400 quadraat-roeden.
Landmeter in 1311 bij markverdeling,
In het gemeente-archief van Deventer berust een afschrift van
een oorkonde uit het jaar 1311, waarin Bisschop Guido van Utrecht
verklaart, dat de ruiming en toewijzing van land in de marke in het
kerspel Olst op zijn last werd verricht door de bisschoppelijke
schout, zijn gezworenen en zijn landmeter. 40
Van de werkzaamheid van een landmeter blijkt ook uit ver
scheidene andere charters uit dezelfde tijd. Zo deed de bisschop van
Utrecht op 25 December 1311 uitspraak over de verdeling van de
onverdeelde wildernissen en weiden van de gemeente van „Svolre-
mersch", in welke de burgers van Zwolle mede gerechtigd waren,
doch welke de markgenoten niet wilden delen. De bisschop besliste,
dat de burgers van „Suol" 16 hoeven zouden krijgen en de bisschop
zelve 7 hoeven bij zijn huis Vogelweijde, terwijl de rest aan de
markgenoten zou worden gelaten,41).
De toewijzing vond in April 1312 plaats door de landmeter Hen~
ricusen wel 13 hoeven in de „Merschge" tussen „Suthbroek" en
huize Vogelweyde, alsmede drie hoeven welke de bisschop aldaar
126
door P. S. TEELING te Amersfoort.
39Oorkondenboek van Holland en Zeeland II, aangehaald bij 37t.a.p. blz. 638.
40) Dr. J. W. Berkelbach v. d. Sprenkel: Regesten van Oorkonden betref
fende de Bisschoppen van Utrecht uit de jaren 13011340, Utrecht 1937;
regest no. 221.
41) Zie noot 40); regesten nos. 239, 244.