over de wetering in bezit had genomen, welke nu aan de burgers
van Zwolle werden afgestaan.
De Zwolse lezer kan dit uitvoerig vinden in de verklaring, welke
Elgorus, schout van Sallandia op 9 Mei 1312 gaf aan de schepe
nen en burgers van „Swol", welke oorkonde in originali wordt
bewaard op het Zwolse gemeente-archief; de oudst-bekende in ons
land, welke de naam van de landmeter vermeldt.
Hoefslag.
Ook bij hoefslag kwam in Overijsel Henricus de landmeter te
pas. Zo zien we hem eind 1311 ruiming en hoefslag vaststellen in
de marken „.Heyorden, Olst, Myddele en Bortmer," gelegen in het
kerspel Olst. Hiertegen werd door Herman van Vorsten en Scve-
der de Revesther (de revisitor?) geprotesteerd, in verband waar
mede de Schout van Sallant op 7 Januari 1312 uitspraak deed, dat
aan de bisschop Guido van Utrecht werden toebedeeld l\Zi hoeve
bij het huis Averwech in de mark Heyorden, 2 hoeven bij het
huis ter Hunne en het huis Birkeskampe in de mark Olst en één
hoeve bij der Huiset in de mark Myddele. Aangenomen mag wor
den, dat de aan de bisschop toegewezen 101/^ hoeve of ruim 140
ha. door Hendrik-de-landmeter uit het onverdeelde markebezit zal
zijn afgemeten.42)
Conflict tussen Bisschop en Friezen over te meten weiden bij
Vollenhove.
In het begin van ihet jaar 1313 was er een geschil uitgebroken
tussen de stellinge, overheden en gemeenten%van Stellingwarf en
Scoterwarf enerzijds en de bisschop van Utrecht aan de andere
kant.43). De ruzie betrof het gebruik door de Friezen van uitge
strekte weidelanden in het land van Vollenhove. De ,,Frisones"
wezen met algemene stemmen de gretmannen en rechters van Wil-
linge, Fronekere en Wagenburgge aan als scheidslieden, onder
belofte van betaling van een boete van 3000 mark engelse sterling
aan de bisschop en evenzoveel aan de scheidslieden, in geval ze
zich niet aan de uitspraak zouden houden. Edoch, de ,,Frisones
van Stellingwarf, Scoterwarff en Oesterze" lieten op 11 en 28
Juni en 2 Juli 1313 tevergeefs de scheidslieden en de landmeter
op zich wachten, toen deze bij Barenzijle in het land van Vollen-
ho bijeenkwamen om de weiden af te meten. De Friezen beweer
den, in de uitspraak bedrogen te zijn en wilden deze niet erkennen.
Reeds op 3 Juli 1313 werden de weigerachtigen veroordeeld tot
de betaling van de overeengekomen boete van 6000 mark sterling.
De overheden van Scoterwarff vielen zeer spoedig door de knieën
127
42id.: regest no. 240.
43) Zie noot 40); het verhaal steunt op de regesten nos. 257, 259, 266, 267, 337,
376 en 771.