evenwel deze fraaie, ja verrassend fraaie resultaten vóór zeshon derd jaaren wisten te bereiken, daarop moet men voorlopig nog het antwoord schuldig blijven. Zullen we eens de meettechniek der middeleeuwen leren kennen? Landmeter Frederik Stoyveken, verkavelaar en landverdeler in 1364. Welke ruilverkavelaar-buitendienst voelt zich niet gloeien van trots, wanneer na korter of langer tijd van voorbereidingsarbeid uiteindelijk het werk is volbracht en de nieuwe kavels door de boe ren in gebruik zijn genomen? Scheppende arbeid in de beste zin van het woord bracht de eeuwen door immer de grootste voldoe ning en zelfs de meest-doorgewinterde ruilverkavelingsman moet dit wel ervaren, ook al kneedde hij slechts een 100 ha.-verkave- lingetje naar zijn hand. En toch, wat is hij sinds de oorlog van alle gemakken voor zien. Dertig jaren verkavelingservaring liggen voor hem min of meer gesublimeerd in de literatuur (al ontbreekt een werkelijk modern handboek over ruilverkaivelingswerkzaamhedenen een voor het doel uitstekende grondadministratie staat hem ten dienste. De meest-moderne hulpmiddelen als b.v. fotogrammen, de tachy- meter, de rekenmachine vergemakkelijken zijn arbeid en een com plete braintrust van landbouwconsulenten, cultuurtechnici, weg- en waterbouwkundigen, van landschapsarchitecten, planologen en so- ciografen staat voor hem klaar, indien hij deze om richtlijnen en raad zou vragen (wat helaas nog al eens overbodig wordt geacht) Frederik Stoyvekenf had niets van al deze moderne gemakken, toen hij in 1363 door de verdelingscommissie van Mastenbroek aan het werk werd gezet, om de opmeting, de verdeling in blokken en slagen, en de toewijzing der grondstukken aan de deelgerech- tigden in de 6927 morgen 1 hont en 59 roeden land (d.i. ruim 5889 hectaren!) ter hand te nemen47). Landmeter Frederik Stoyveken kende nog geen kaart en de tiendelige breuken waren nog niet uitgevonden, toen Mastenbroek moest worden verdeeld. Masten broek, dat was de naam, waaronder de onverdeeld gebleven gron den van de uitgestrekte marke van Salland bekend waren. Na haast eindeloze geschillen en ettelijke „oorlogen"' was het aan Bisschop Johan van Arkel in 1363 voorbehouden, de verdeling van Mastenbroek door te zetten. De erfgenoten kozen nog in het zelfde jaar een verdelingscommissie, die de algehele leiding be hield doch, zoals we reeds zagen, de volledige uitvoering aan een landmeter (met zijn helpers?) opdroeg. Men ziet, het beginsel van het kiezen van een verkavelingscommissie is al heel oud en werd 550 jaren geleden zelfs op democratischer wijze dan thans toege past. 130 47Tegenwoordige Staat van Overijssel, 4e dl. Ie stuk (1803) blz. 164.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1949 | | pagina 6