Onze landmeter kwam in 1364 met het meet-, verkavelings- en verdelingswerk gereed en gezien de geweldige oppervlakte van het object, kan het haast niet anders, of hij heeft bij dit alles een staf van medewerkers naast zich gehad. In elk geval kon nog in hetzelfde jaar de acte van toewijzing worden opgemaakt. Van deze acte zijn de eeuwen door talrijke uittreksels en afschriften in hand schrift bewaard gebleven48). De polder Mastenbroek bezit alleen al vier stuks, waarvan ene uit het midden der 15e eeuw, en de archivaris Van Doorninck heeft de inhoud van een der uittreksels, dat de toewijzing betreft van dijkplichtige binnen de ringdijk ge legen percelen, in druk uitgegeven.'Achter in het ,,Bouck van Recht der stadt Campen" (een groot folio handschrift op perkament, te vinden in Kampen's stadsarchief) treft men een gedetailleerde op gave aan van de toegeslagen buitendijkse grondent.b.v. de hoef slag der later door de stad Kampen aangelegde dijk van Uiterwijk naar Grafhorst, elk perceel met zijn grootte, zijn eigenaar en de dijklengte door deze te onderhouden. Niet alle kavels werden aan de deelgenoten toegescheiden. Deze overblijvende grondstukken werden in 1365 (na de totstandkoming van een charter op 11.000 maagdendag van dat jaar) door vier Gedeputeerden van Bisschop en Erfgenamen verkocht. De slot- arbeid geschiedde daarna door landmeter Stoyveken, die de onder- houds .plicht van dijken, wegen, weteringen en bruggen over de verschillende percelen verdeelde en te boek stelde in de volgorde waarin deze percelen door dijkgraaf en heemraden zouden worden geschouwd. Van welke technische hulpmiddelen de landmeter heeft gebruik gemaakt en welke methode van werken de zo snelle af wikkeling Van de verkaveling der ruim 6900 morgen heeft bevor derd, zal nog wel lang een raadsel blijven. 8, Op de drempel van de Renaissance, In de hiervoor besproken periode is nergens in het thans be kende bewaard gebleven landmeterswerk uit de 14e eeuw en vroeger sprake van een verkleinde voorstelling van het terrein, d.w.z. van een of andere vorm van een kaart. Was het, omdat in de Nederlanden van vóór omstreeks 1400 met hun versnipperde feo dale maatschappij en het zwak landsheerlijk gezag nog geen kaarten van node waren, zoals dit immers het geval is voor het dagelijks zichtbare, dichtbijliggende, beperkte en overzichtelijke? En ook in het prille begin van de 15e eeuw, op de drempel van de doorbraak der geestesstroming die men als Renaissance aanduidt, is nog niets te vinden dat in de richting wijst van de verwerking in een kaart beeld van de resultaten van landmeterswerkzaamheden. In het Rechtsboek van den Briel, omstreeks het jaar 1405 geschreven 131 48G. v. Engelen v. d. Veen, De verdeeling van Mastenbroek, Verslagen en Meded. Overijsselsch Regt en Geschiedenis XXXIX (1922).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1949 | | pagina 7