taatregister (Rr). In het omwentelingsregister (Or) draait men
hierna xn en plaatst vervolgens p op het instelbord (Ib). Men
draait nu zo dat xn j in Or verschijnt en maakt daarna Or en Ib
schoon. Hierna plaatst men yn in Or, vervolgens q in Ib en
draait daarna totdat menyn+1 in Or krijgt. Rr vermeldt thans
x'n+l*
Na deze abscis uit Rr te hebben overgenomen, in het for
mulier draait men tot yn_i_2 *n ®r verschijnt. Pas hierna maakt
men Ib en Or schoon, plaatst in Orxn i, daarna p op Ib en draait
tot xn 2 Or komt te staan. In Rr staat nu x/n 2» welke abscis
men weer overneemt. Hierna draait men tot xn 3 in Or verschijnt en
maakt daarna Ib en Rr schoon enz.
Op analoge wijze wordt de y van elk punt berekend. Ook bij de
affiene aansluiting kan men met succes dezelfde werkwijze toepas
sen. Men maakt dan gebruik van de volgende betrekkingen:
x'n 1 x'n al(xn 1 xn) MYd 1 Yn)-
y'n 1 y'n =aü(xD 1 xn) Myn 1 Yn)-
(zie H. T. W. blz. 63.)
Met medewerking van twee technisch-ambtenaren zijn enige
proefnemingen verricht. Beiden rekenden in form. 27 H. T. W. 12
punten om. Behalve de laatste 2 kolommen (waar alleen de coör
dinaten van de 2 aansluitingspunten stonden ingeschreven) was
het formulier tevoren geheel door de heer M. ingevuld. Voor beide
ambtenaren betekende de directe methode", ondanks het feit dat
ze deze voor het eerst toepasten, een tijdsbesparing en wel van
18 en 4 (de tijden voor de directe methode" bedroegen resp.
14 en 26 minuten en voor de ,,coördinatieverschillen" methode 17
en 27 minuten).
Vervolgens werden door beiden 12 punten volgens de affiene
transformatie omgerekend. Ook hier behoefden in het formulier
nog slechts de onbekende coördinaten in het nieuwe stelsel te
worden ingevuld. Deze punten waren reeds eerder door een gelijk
vormigheidstransformatie aan 2 punten omgerekend, zodat eerst
Berekend werd volgens de methode, zoals die op blz. 63 van de
H. T. W. wordt beschreven constanten A alt a2, .bx en A b2)
en daarna volgens de directe" methode (constanten at, bi, a2
en b2). De tijdsbesparing bedroeg hier voor laatstgenoemde me
thode resp. 40 en 24
Uit de proefnemingen bleek volgens de heer M. bovendien, dat
bij de directe methode de kans op het maken van' fouten geringer
is dan bij de gebruikelijke methode.
Een nadeel vormt de mogelijkheid van fouten in de berekende
coördinaten, ontstaan door het verkeerd overnemen uit Rr. In de
praktijk blijkt deze kans echter zeer gering te zijn.
171