Oud-Nederlandse Landmeters. IV
Was Tyge Brahe de uitvinder der kaartschalen?
In een artikel over Egyptische landmeting, verschenen in jaargang
1888 van het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, plaatste
landmeter A. F. van Beurden in zijn tijd te Roermond en te
Amersfoort bekend plaatselijk historicus de opmerking, dat de
Zweedse sterrekundige Brahe werd genoemd als uitvinder van de
kaartschalen. Landmeter J. Mulder, die in 1916 het 2e deel van het
inmiddels sterk verouderde standaardwerk over de Hypothecaire
en Kadastrale Boekhouding van Soutendijk omwerkte, nam deze
opmerking over en vestigde de aandacht op de omstandigheid,
dat de kartering op schaal tot in de zestiende eeuw onbekend
was. „Als' de uitvinder van-de eigenlijke schalen," aldus de heer
Mulder, „wordt Tycho Brahégenoemd."54)
Sedert landmeter Van Beurden zijn bewering neerschreef is al
weer zestig jaar verlopen, in welke tijd ook in ons land verschillende
studies zijn gepubliceerd, waaruit voor de kaartschaalgeschiedenis
valt af te leiden, dat de suggestie in de richting van Brahe ten on
rechte geschiedde. Hoewel mij slechts een zeer klein deel dezer
„maatstafhistorie" bekend moet zijn, kan het toch (met het oog
op de sinds jaren verwachte nieuwe bewerking van het handboek
Soutendijk-Mulder) geen kwaad, aandacht aan de kaartschaal te
schenken, aan welker ontwikkeling immers de namen van enige
prominente oud-Nederlandse landmeters verbonden zijn.
Decimaalkaartschaal een Nederlandse vinding?
Het gebruik van de decimaalkaartschaal, zoals deze b.v. sedert
zijn oprichting bij het Kadaster wordt gebezigd (dus 1 a 1000,
1 a 2500 enz.) en die van 1 a x, is van betrekkelijk jonge
datum. Nog Kraijenhoff e.a. gebruikten een schaalsysteem,
dat met de Fransen in 1795 was meegekomen en hetwelk men
in Frankrijk kende sedert de 17e eeuw, een methode van „400
roeden op den duim", „800 roeden op den duim" enz., welke
methode tot voor kort ook nog toepassing vond in het op dit punt
sterk conservatieve Engeland (b.v. de One-inche-kaart 1
63.360) en in het Rusland van vóór de Revolutie van 1917 (b.v.
de 10 Werst-kaart 1 420.000). 55
In het geheel genomen was dit systeem een stap vóór bij het in
Nederland algemeen gebruikelijke. Immers is al bij deze methode
van „400 roeden op den duim" (d.i. 1 57.600) het niet speciaal
158
door P. S. TEELING te Amersfoort.
54J. Mulder5), t.a.p. blz. 46.
55) H. Zondervan, Allgemeine Kartenkunde, Leipzig 1901, blz. 164.