schrijven aan de Curatoren der Hogeschool. Hierin lezen we onder
meer: Daar door de openbare lessen der mathematica in de Neder
landse taal, met de oefeningen met instrumenten daartoe nodig,
verschillende goede ingenieurs zijn opgeleid, die deze landen goede
diensten hebben bewezen, alsmede verscheidene ,fgeswooren landt-
meters die hun vak verstaanzo zouden wij het ten dienste van
het Vaderland oorbaar achten, dat de professie der voors. consten
onderhouden werden
Niet alleen kregen Van Ceulen en Van Merwen in 1600 op de
Universiteit een platvorm, vanwaar zij de nieuwe vindingen in dit
bloeitijdperk der wiskundige wetenschappen aan een betrekkelijk
groot gehoor konden overdragen, doch ook het wetenschappelijk
onderzoek op geodetisch terrein ondervond zeer daadwerkelijk de
steun van de Universiteit. Willebrord Snellius, in verband met de
ziekte van z'n vader Rudolf Snellius op 9 Februari 1613 benoemd
tot buitengewoon Hoogleraar, (op 8 Februari 1615 volgde zijn
aanstelling tot gewoon Hoogleraar), werd op ruime wijze gesteund
bij de voorbereidingen vóór- en de uitvoering van z'n driehoeks
metingen t.b.v. een graadmeting. Zijn graadmeting tussen Alkmaar
en Bergen op Zoom kan men de geboorte van de moderne geodesie
noemen en dat niet zozeer wegens de verkregen uitkomst (die
natuurlijk niet aan de moderne eisen kon voldoen) dan wel om
de methode, die, eenmaal in haar volle waarde erkend, de blijvende
grondslag is geworden van elke later verrichtte graadmeting.91)
Ongetwijfeld is hier de steun van de Universiteit van grote be
tekenis geweest. Zo ontving Snellius (die 400,per jaar ver
diende) in Maart 1620 voor de onkosten van zijn instrumenten de
kapitale som van 200,Ook de zes volgende jaren werd dit
geld aan Snellius als verering" extra uitbetaald als steun aan zijn
wetenschappelijk onderzoek.92)
Duytsche Mathematicgue verloopt.
Inmiddels was Ludolf van Ceulen op 31 December 1610 over
leden en hadden de Curatoren der Universiteit sedert April löll.
Frans van Schooten belast met het waarnemen van de lesgeving
aan de Duytsche Mathematycke"; een jaar later werd hem ver
zocht met deze waarneming voort te gaan en pas op de jaarlijkse
begrotingsvergadering van 6 Februari 1615 werd hij in de vacature-
Van Ceulen tot professor der ,,duytse mathematycke" benoemd.
(Op de zo late vervulling dezer vacature komen wij in een volgend
artikel terug). Ook de naam Van Merwen verdwijnt uit de
Ingenieursschool, Prins Maurits stierf in 1625 en Willebrord
Snellius overleed een jaar later.
Ik heb niet kunnen vinden, wanneer de werkzaamheid van Van
207
91Korteweg74) t.a.p. blz. 7.
92) Molhuijsen 7T) t.a.p. blz. 92. 106, 117.