van Schooten tot professor aangesteld op een salaris van 200, twee jaren later tot 400,verhoogd. De mindere waardering voor de Ingenieursschool blijkt in die tijd wellicht uit het salaris dat in 1668 aan de Matheseos Prof. Christ. Melder (vroeger fortificatiemeester te Utrecht en opvolger van Golius) werd ge geven, n.l. 1200,Misschien sproot dit óók daaruit voort, dat Van Schooten hoogstwaarschijnlijk niet al te veel leerlingen op de ,,Nederduytsche Mathematique" had. In dit verband spreekt het boekdelen, dat op 7 Februari 1670 aan Van Schooten toestemming werd gegeven diebus feriatis" in de Academie mathematische les sen in het latijn te geven, mits hij zich met prof. Melder verstond over het te behandelen onderwerp. Dan komt vanwege de tijdsomstandigheden nog heel even een vleugje van de oude dagen terug. De dreigende tijden zetten Christianus Melder, prof. Matheseos er toe, op 16 Mei 1672 aan de Universiteit voor te stellen, de studenten die dit willen, de ge legenheid te geven de institutie van fortificatiën nietalleen in theorie maar ook via demonstratie op het veld te leren. Hiertoe verzocht hij ,,een bequaam stuxken lants" en had althans het suc ces, dat Curatoren aan de Stad Leiden „één ofte twee hont lands" voor dit doel verzochten beschikbaar te stellen. Het resultaat is onbekend. 94 Het einde van de Ingenieursschool kwam op 8 Mei 1681: „In „consideratie genomen sijnde off niet dienstigh soude sijn dat de „professie in de duytsche Mathematycque, jonxst bedient geweest „sijnde door Petrus van Schooten zal. (zaligefr) wierd gemortificeert, „es goedgevonden en verstaan, dewijle de reedenen ende oorsaecken „van de eerste instellinge van 't voors. professoraet al over eenigen „tijd sijn gecomen te cesseren ende die functie alsnu van die nut- „tigheijt niet is, dat de finantie van de Universiteit met het tracte- „ment van een Professor bij continuatie soude blijven gedruct, dat „daeromme het voors. ampt van nu aff aen sal sijn ende blijven „gemortificeert." 95) Later zal blijken, dat omstreeks deze tijd overal in het land de colleges in het landmeten en de vestingbouw op hun laatste benen liepen en dat slechts de Franeker Hogeschool en later de Fundatie van Renswoude te LItrecht de continuïteit van het „School" onder wijs in het landmeten tot in de 19e eeuw hebben verzekerd. 209 84) Molhuijsen 93) t.a.p blz. 261. 95Molhuijsen93) t.a.p. blz. 364.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1949 | | pagina 13