De eerste Nederlandse geodesfeprofs.
De instructie van Stevin werd in de vergadering der Univer
siteitscuratoren van 10 Januari 1600 behandeld. Via Stevin had
prins Maurits doen weten, dat als docenten door hem werden ge
recommandeerd de personen van Mr. Simon Fransz. van Merwen
,,ende Mr. Ludolf van Geulen, die de voors. consten souden mogen
,,opentlyck leeren, ende daer nae oock demonstreren, soo wel int
groot als int cleijn, alles volgens de instructie die Syne Excellentie
,,daertoe hadde doen concipiëren. De Curatoren en Burge-
meesteren gingen hiermee accoord en besloten Van Merwen en
Van Ceulen op een nader te bepalen wedde te bewilligen". In
dezelfde vergadering werd een gedeelte van de Falyebagijnen-
kercke onder de Biblioteecque tot leesplaats aangewezen en ver
kreeg docent Van Merwen alvast machtiging, het aangewezen deel
tot algemene leesplaetse geschikt te doen maken. 85
De ,,Duytse Mathematycque" voldeed aan een bestaande be
hoefte, en dat niet alleen op het gebied van de oorlogsvoering.
Dit blijkt wel duidelijk uit een resolutie van 8 Augustus 1600, waar
in we lezen, dat de Professoren in de Duytse mathematicque meer
malen verzocht waren geworden, hun medewerking te verlenen aan
een ,,getuychnisse van bequaemheit ende ervarentheit int stuck van
landtmeten" voor degenen die als landmeter hun beroep wilden uit
oefenen. Curatoren der Hogeschool besloten, dat, na gedaan ver
zoek, door genoemde Professoren een ,,scerpelijck" examen zou
worden afgenomen en na gunstige uitslag moest de candidaat mèt
de Professoren compareren (ter camere van de curateurs) voor
Burgemeesteren ende Secretaris van de voors. Curateurs", alwaar
de examinatoren plechtige verklaringen moesten afleggen, dat zij
de candidaat bekwaam hadden bevonden tot de uitoefening van
het landmeterschap. ,,Ende sal opte verclaringe van de voors. Pro
fessoren den versoeckers bequaem gevonden sijnde dyenvolgende
werden (worden) gelevert bryeven van haere bequaemheit, onder
,,tsegel van de Universiteit ofte hant (handtekening) van de voors.
Secretaris". 86
Streven naar monopolie.
Een paar jaren na de oprichting van de landmeterscursus werd
reeds getracht, t.a.v. de aanstelling van ingenieurs bij het leger en
daarbuiten, de toelating van dezen afhankelijk te doen stellen van
de opleiding bij de ,,duytsce Professie der Mathematycque" (Reso
luties der Curatoren 10 en 11 Nov. 1602.) Maar niet alleen dit
opeidingsmonopolie tot ingenieur was het begeerde punt, doch ook
de examinatie van hen die hoopten ,,te connen worden gebruyckt
,,in de lantmeeterie". In de afgelopen drie jaren hadden de pro-
203
85) Molhuijsen7a) t.a.p. blz. 122.
86) Molhuijsen73) t.a.p. blz. 131.