Hiervan is 3.000.000,nodig voor de voortzetting van de
landaanwinningswerken in Groningen en Friesland, terwijl ten be
hoeve van het object Zuider Sloe 700.000,wordt aangevraagd
en voor de indijking van de Braakman 150.000,
De statistiek van het personeel, ressorterende onder dit Depar
tement, bevat ook de salarissen, in 1950 uit te betalen.
Wij zien hier dat in categorie III, art. 280 (ook de Directie
Algemene Dienst R.W. is hier opgenomen) werkzaam zijn 22 Land-
meetk. ambtenaren C in vaste (of tijdelijke) dienst en 13 op
arbeidsovereenkomst: salaris 132.420,of gemiddeld 3.783,
16 L. A. B: salaris 73.740,of gemiddeld ƒ4.609,— en 11 L.
A. A: salaris 56.940,— of gemiddeld ƒ5.176,Het is dus
waarschijnlijk, dat het salaris van verschillende ambtenaren nog
boven deze gemiddelden ligt.
Deze bedragen verbazen ons. We hebben ons inmiddels tot de
bevoegde organen gewend, teneinde de nodige inlichtingen te
ontvangen.
In zijn Landbouwbegroting voor 1950 deelt Minister Mansholt
mede, dat de oppervlakte van in uitvoering zijnde ruilverkavelingen
(d.w.z. bij stemming aangenomen of door de Overheid opgelegd,
maar waarvoor het Plan van Rv nog niet is komen vast te staan)
dit jaar zal stijgen van 60.000 tot 80.000 ha (onder de bedragen,
welke in het overzicht van de kapitaalsuitgaven Buitengewone
Dienst II zijn opgenomen, komt, naast de geraamde uitgaven van
12.500.000,voor aanleg van wegen in het Rijkswegenplan en
4.075.000,voor landaanwinningswerken, ook voor een som van
5.000.000,als kosten voor het tot stand brengen van ruil
verkavelingen).
De sterkte van liet Burgerlijk Rijkspersoneel
in de Rijksbegroting 1950
Hieronder volgt een overzicht van het verloop van de sterkte
van het Rijkspersoneel, gerangschikt naar de verschillende
Begrotingshoofdstukken op verschillende data.
De grafiek geeft dit verloop afzonderlijk aan voor het gehele
personeel, voor het personeel in vaste dienst en voor het personeel
op arbeidsovereenkomst.
De oude systematiek is nog gevolgd. (Het personeel in tijdelijke
dienst voor zover het 2 jaar en langer in dienst is, is geteld bij het
personeel in vaste dienst. Het personeel, dat minder dan 2 jaar in
dienst is, wordt gevoegd bij het personeel op arbeidsovereenkomst.
260