Uit 1en (2) is PD op te lossen. Door berekening uit de gegeven maten vinden we BS 39.901. Opp A CBS A QRS 1293,87. Opp CBAD Opp A QPD 3564,495. Hieruit volgt DP 86,82 m. Tenslotte vinden we DQ 108,10 m. Oplossing 2. Deze is aangegeven in het Leerboek der Lagere Geodesie van M. de Vos. P E D Construeer door M een parallelogram, waarvan het oppervlak gelijk is aan Opp. A DPQ. FE DQ en FG PD. Hieruit volgt: Opp. A MFN Opp. A MEP Opp A QGN. f Opp. A Mep Opp. A QGN Opp. A MFN Opp. A MFN Deze driehoeken zijn gelijkvormig, dus we mogen voor (3) ME2 QG2 1 f schrijven p^2 p^3 1 of QG2 FM2 ME2. (4) Door berekening vinden we: FE 67,456 en ME 21,485. Uit (4) volgt nu QG 40,641. Dus het meetgetal bij Q is 108,10; voor dat bij P vinden we weer 86,82. Goede oplossingen ontvingen we van de Heren: P. van Beek, S. de Boer, C. J. P. Born, F. Cock, J. H. Holsbrink, T. Kruithof, W. H. L. Oosterkamp, B. F. Osinga, B. de Vos en F. van Weelden. Opgave XX. Deze uit de practijk genomen opgave is ingezonden door de Heer L. W. v. d. Horst te Amsterdam. 21

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 21