Tot slot kan ik niet anders verklaren dan dat de schrijver alle
lof verdient voor de wijze, waarop hij deze tweede druk bewerkt
heeft.
Ik hoop dat velen belangstelling voor deze uitgave zullen heb
ben, al is het alleen al om de uitstekende behandeling van het
onderwerp interpolatierekening.
's-Gravenhage, Dec. 1949. C. A. C. BEST.
De grenscorrecties
(voorzieningen op het stuk van het rechtsverkeer
t»a»v» onroerend goed, gelegen in de aan het Grond
gebied van ons land toegevoegde gebieden)»
De Staatsbladen 409, J 436, J 445, J 449 en 452 bevatten
wijzigingen van het Grenscorrectiebesluit 1949. Behalve de hierin
opgenomen regelingen omtrent het Jachtrecht en de bepalingen
met betrekking tot de datum, waarop verschillende nader om
schreven delen geacht worden te behoren tot het grondgebied van
ons land, bevat vooral Grenscorrectiebeschikking Financiën IV
(Staatsblad J 452, opgenomen in de circulaires onder no. 3670)
besluiten, welke voor de kadastrale dienst van belang zijn. De
woordelijke inhoud volgt hier.
Art» 1» Indien het Nederlandse recht voor boekingen in de
openbare registers bepaalt, dat voor de aanduiding van onroerend
goed kadastrale kenmerken moeten worden gebruikt, treedt, zo
lang en voor zover het Nederlandse kadaster niet in gebruik is
gesteld, hiervoor in de plaats een omstandige omschrijving van de
plaatselijke ligging en van de begrenzingen van het onroerend
goed.
Art» 2» (1). De ter overschrijving aangeboden akten, met uit
zondering van processen-verbaal van inbeslagneming en van rech
terlijke uitspraken, moeten zijn verleden ten overstaan van een
Nederlandse notaris, behoudens in de gevallen, waarin door of
namens de Minister van Financiën van dit voorschrift ontheffing
is verleend.
(2). In deze akte moet een beknopte aanduiding van de laatste
eigendomsbewijzen of van de titels van aankomst worden
opgenomen.
(3). Van de belanghebbende personen worden behalve de naam,
de voornamen, het beroep en de woonplaats, ook vermeld het
woonadres en de geboortedatum.
(4). Indien niet kan worden voldaan aan een der voorschriften
in het tweede en derde lid genoemd, wordt de reden daarvan in
de akte vermeld.
25