7. Berekening van veelhoekspunten en knooppunten. 8. Berekening van meetpunten en snijpunten van rechten. 9. Invullen en afwerken van een staat van waarnemingen en uitkomsten. 10. Berekening van een aansluiting aan twee punten en een over- bepaalde gelijkvormigheidsaansluiting. 11. Berekening van landmeetkundige gegevens voor het uitzetten van bouwkundige en waterbouwkundige werken (hierbij zul len als overgangsbogen de kubische parabool en de lemniscaat gevraagd worden). 12. Doorrekening van een matenplan. Berekeningen met lijn- vergelijkingen. 13. Berekening van doorgaande waterpassingen, knooppunten, lengte- en dwarsprofielen en vlaktewaterpassingen. 14. Numerische, grafisch-numerische en grafische oppervlakte bepalingen. De berekeningen moeten gedeeltelijk met een handrekenmachine worden uitgevoerd, gedeeltelijk met een logarithmentafel. Het -bezigen van een z.g. dubbelmachine is niet toegestaan. De can- didaat moet alle berekeningen met de handrekenmachine kunnen verrichten, bovendien kan van hem logarithmische berekening worden gevergd van de benaderde coördinaten van een drie- hoekspunt volgens de methode Collins (zie punt 2) en van het geen onder de punten 5, 6, 7 en 14 staat vermeld. De candidaten mogen zelf een handrekenmachine meebrengen, doch moeten hiervan dan bij hun aanmelding kennis geven aan de secretaris. Toepassing kan worden geëist van de nomogrammen Kadaster nrs. 48, 61 en 62 en van de tafel Kadaster nr. 50. De examencommissie verstrekt indien nodig kadastrale reken- formulieren; het is echter toegestaan, dat de candidaten formulieren meebrengen van de dienst waarbij ze werkzaam zijn. Van de candidaten zal enig inzicht in Landmeten en Water passen worden verlangd en wel voor zover het noodzakelijk is voor een juist begrip van de uit te voeren berekeningen. Naar de theorie der vereffening en middelbare fouten zal niet worden gevraagd. De candidaten moeten vlot, net en nauwkeurig kunnen cijferen en bedreven zijn in het machinerekenen. Mondeling. Dit gedeelte kan zich uitstrekken over alle onderdelen van het examenprogramma. 3. Landmeetkundig tekenaar: Kaarttekenen. Grondige vaardigheid en netheid in het kaarteren op de gebrui kelijke schalen (1 200 tot 1 10000). 36

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 36