Stampioen noch te Leiden, noch te Breda landmeetkundeprof*
Men ziet al, dat ook de groten onder de wiskundeleraren
(meestal landmeters) de strijd niet schuwden. Niet zonder ge
vaar, naar we straks zullen zien. Zö was onze Stampioen als jong
wiskundige ai in conflict geweest met Descartes over een meet
kundig vraagstuk. lNa de verschijning van de Discours de la
Memode van Uartesius stelde btampioen opnieuw een proDleem
op, dat hij puoiiceerae onaer de schuilnaam Johan Jbapcista
Antverpensis, ,,alie bataafsche fngenieurs" uitnodigend, dit vraag
stuk op te lossen.
Jacob a YVaessenaer, landmeter te Utrecht en een van
Descartes' leerlingen, vond met hulp van zijn leermeester de op
lossing en stuurde deze in. Stampioen aanvaardde die niet en
publiceerde later z'n eigen oplossing als de enig juiste. Toen
Stampioen's wiskundeboek „Nieuwe Stel-regel" verscheen, trad
Waessenaer met z'n „Aenmerckingen op de Nieuwe Stel-regel"
tegen de Rotterdamse landmeter in het strijdperk. Deze laatste
daagde zijn tegenstander in drie Dagh-vaerd-brieven uit, de juist
heid van hun beider gedachten door een deskundige commissie
te doen onderzoeken. Wie verloor, moest de kolossale som van
600 gulden aan de Leidse armen geven. Waessenaer nam het
duel aan en heel Holland keek niet alleen toè, maar nam ook deel
aan het twistgeschrijf dat op hoge toon gevoerd werd. Waessenaer
die spoedig eigenlijk maar als stroman van Descartes fun
geerdewerd na maanden oponthoud door de ,,jury" (waarin
de professor in de landmeetkunde Van Schooten Sr. zitting had)
tot overwinnaar verklaard, en Stampioen moest 600,aan het
Leidse pesthuis afstaan. 106
Voor Stampioen had dit muisje nog een staartje. Toen prof.
Van Schooten Sr. in eind 1645 stierf (zie ook Oud-Nederlandse
landmeters V) behoorde Stampioen tot de candidaten voor de
vervulling van de ontstane vacature van professor in het land
meten aan de Leidse academie. Opnieuw stond hij tegenover
Descartes, die nu optrad voor zijn meest-geliefde leerling Van
Schooten Jr. En al werd in Den Haag door machtige relaties uit
de omgeving van Frederik Hendrik voor Stampioen gewerkt, in
Leiden was men de kwestie met Waessenaer en Descartes nog
niet vergeten en na heel langdurig beraad werd Van Schooten Jr.
benoemd. Dit geschiedde op 8 Februari 1646.
Stampioen kon vermoedelijk zijn nederlaag niet verkroppen,
want 5 November 1646 reeds klaagde professor Frangois van
Schooten den jonge in de Curatorenvergadering dat „eenen ge-
naemt Jan Jansz Stampioen, mathematicus in 's-Gravenhage" aan
6
1()0) W. Ploeg, Constantijn Huygens en de natuurwetenschappen, Leids acad.
proefschrift, R'dam 1934, blz. 61 e.v. Dr. HA. Enno van Gelder 100t.a.p.
blz. 72.