de in Leiden studerende candidaat-landmeters tijdens hun eind examen te Den Haag, voorhout eenige sware poincten in de „mathese die syl. niet en behouwen te weten, en nochtans hen ,,daerover als onbequame wederom sendt, streckende tot disrepu tatie van hem, Professor Schoten voorn...." 107). Doch ook Van Schooten krijgt spoedig een kans, om terug te slaan. Want bij de oprichting van de Academie te Breda in 1646 solliciteerde Stampioen naar een professoraat aldaar. Constantijn Huygens, die als curator van de Hogeschool in de geboortestad van zijn vader de macht in handen had, vroeg inlichtingen over de benoemingen in het algemeen aanVan Schooten, Deze maakte gebruik van de gelegenheid, door er in zijn antwoord op te wijzen dat Stampioen in ieder geval niet in aanmerking mocht komen, omdat hij zich door zijn twist met Waessenaer ,,voor de hele wereld bespottelijk had gemaakt." 108Stampioen werd dan ook niet benoemd. Opleidingsmogelijkheden op Illustre- en Hogescholen, Reeds eerder werd gewezen op de landmetershogeschool te Leiden en op de mogelijkheden tot het behalen van een land metersdiploma ,,in de andere provinciën by den Professoren van den Academiën aldaar." Wèl blijkt uit deze bewoordingen, dat er van een gerichte schoolopleiding sprake geweest kan zijn, doch erg veel bijzonderheden zijn er helaas nog niet van bekend. Stampioen noemde zich omstreeks 1634 Professor Matheseos aan de Illustre Schole te Rotterdam109en het is voor de hand lig gend dat we daar een landmetersopleiding achter vermoeden. Een vermoeden dat versterkt wordt door. het latere streven van Stampioen om een rol te spelen in de toenmalige landmeterswereld, z'n aspiraties voor het hoogleraarschap te Leiden aan de Duytse Mathematique, en te Breda waar vestingbouwkunde werd ge doceerd. Nog aan het einde der 17e eeuw trouwens was hij ge- sworen ordinaris Landmeter van Holland en toen in 1698 de Heeren fabrycqmeesteren van Rotterdam voor Pieter Ancelijn twee nieuwe grenen roeden nodig hadden, was het Meester Stampioen die de juiste Rijnlandse mate hiervoor verschafte,110). Utrecht» Ook de bescheiden betreffende de Utrechtse Hogeschool geven niet veel houvast aan een bepaalde mening over het bestaan al daar van een landmetersopleiding. In een Vroedschapsresolutie 7 107Dr. P. C. Molhuysen, Bronnen tot de Geschiedenis der Leidsche Uni versiteit, dl. 2 (16101647) 's-Hage 1916, blz. 307. tos) Wm pioeg 106) t.a.p. blz. 66. 109Bierens de Haan 103) t.a.p. blz. 383. llü) H. F. van Riel, Pierre Ancelin, een Rotterdamsch landmeter aan het einde der 17e eeuw, K. en L. jg. 1924, blz. 61.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 7