thans zijn samengesteld, hoe de reproductiedienst werkt, hoe de
grenzen worden onderhouden, de Franse ruilverkaveling etc. etc.
Het laatste deel wordt ingenomen door 23 foto's, voorafgegaan
door een overzicht. Door deze foto's is de lezer in staat gesteld,
enigszins waar te nemen, hoe uit de oude kaart de nieuwe groeide,
hoe de kadasterschool in Toulouse er uitziet en de ,,Usine de repro
duction des plans", welke fotoreproductie-apparaten men gebruikt,
hoe de mechanische planbeschrijver werkt en vele andere details
van de dienst.
Het Kadaster kwam in Frankrijk al vroeg. Aanvankelijk be
stonden er registers van beschrijving en schatting der eigen
dommen, die men polyptiques, pouillé's (lijsten van kerkelijke
inkomsten) en grondregisters noemde, dikwijls samen met plans,
maar dan sterk verschillend in nauwkeurigheid en notaties.
Tot aan de Franse Revolutie behield dit systeem in Frankrijk
essentiëel een plaatselijk karakter. In 1808 werd begonnen met
de samenstelling van een perceelsgewijs kadaster voor het gehele
land. Dit was omstreeks 1850 gereed. De voorschriften omtrent
deze documenten staan voor het grootste deel in de ons wel
bekende ,,Recueil Méthodiquevan 1811 en in het latere
Reglement du 15 Mars 1827". Dit ancien cadastre" voorzag
alle gemeenten van: 1° het perceelsgewijze plan, verdeeld in sec
ties, bladen en percelen, uitgevoerd op formaat 105 X 75 cm
(De meest gebruikte schaal is 1/1250 en 1/2500, maar ook 1/500
en 1/5000 komen voor); 2° een verzamelkaart, meestal op schaal
1/10000; 3° een percelenlijst, bevattende voor elk perceel, in nu
merieke volgorde, de inhoud, soort van eigendom, belastingklasse
en -opbrengst en naam eigenaar (les états de section); 4° een
eigenarenlijst, bevattende voor elke eigenaar een gedetailleerde
opsomming van de gebouwde en ongebouwde eigendommen (les
matrices cadastrales)
De plans van het ancien cadastre" zijn, in het algemeen, op
gebouwd met behulp van een locale driehoeksmeting, welke zich
niet verder uitstrekt dan tot één gemeente of één kantoor, zonder
onderling verband met andere. De percelen zijn niet afgepaald.
Deze plans konden niet geheel beantwoorden aan de voorstel
lingen, die men er van gaf (het moest zelfs dienen als rechtstitel.
Het moest het Franse grondboek daarstellen)
Natuurlijk mag niet worden ontkend, dat dit Napoleontische
kadaster, ondanks zijn essentiëel fiscale karakter, zeer te waar
deren diensten heeft bewezen op het terrein van het privaatrecht
door een bedachtzame regeling van vele conflicten tussen de
eigenaren.
Men heeft ook het euvel van de overdrijving der perceelsopper
vlakten in akten van onroerend goed aanmerkelijk verminderd. Het
kadaster werkte dus in dat opzicht moraliserend.
62