De grote fout, die aan dit oude systeem kleefde, was de onver
anderlijkheid van de kaart: deze werd niet bijgehouden! Alleen de
eigenaarslijsten (les matrices) werden jaarlijks aangevuld en
gewijzigd.
De lacune deed zich niet dadelijk gevoelen: veranderingen in de
grondeigendom traden toentertijd in een zeer langzaam tempo op.
Toen echter de grondvorm en de bestemming van de percelen
door de aanleg van spoorwegen, de ontwikkeling van het wegen
net en de algemene evolutie van de landhuishoudkunde grondig
werd gewijzigd, daalde de waarde van die kadastrale plans snel.
Een wet van 7 Augustus 1850 verleende aan gemeenten de toe
stemming, om op eigen kosten tot vernieuwing over te gaan, als
het kadaster er ten minste 30 jaar bestond. Alleen in de districten
Meurthe-et-Moselle en Nord werd van deze faciliteit gebruik ge
maakt. Ook hier was echter in de bijhouding der plans niet
voorzien.
Daarna kwamen insiders reeds spoedig op de gedachte, dat
slechts een algehele omvorming tot het begeerde doel kon leiden.
Het was echter moeilijk, op voorgestelde projecten de parlemen
taire sanctie te krijgen. Men probeerde dat tevergeefs in 1876,
1877 en 1879.
Eerst in 1890 nam de Franse regering de studie van het
kadastrale vraagstuk ernstig ter hand. Een plaatselijke wet van
1884 had reeds in de provincies Elzas en Lotharingen een grond
boeksysteem ingevoerd. Dit nu werd op zijn bruikbaarheid voor
geheel Frankrijk getoetst door een grote extra-parlementaire com
missie, die na 14 jaar arbeid haar rapport uitbracht. Het rapport
besloeg 9 dikke delen. De wettelijke sanctie bleef uit! Wel echter
volgde men in de latere wet van 17 Maart 1898 de conclusies
van genoemde commissie. Volgens deze wet konden gemeenten,
welke meer dan 30 jaar geleden waren opgemeten, vernieuwing
of revisie van hun kadaster vragen op voorwaarde, dat zij de
instandhouding (conservation) verzekerden. De onkosten werden
gedragen door staat, district en gemeente. Alle eigendommen wer
den gedelimiteerd.
De kaarten zijn nauwkeurig en op de schalen 1/500, 1/1000,
1/2000 of 1/5000 vervaardigd en in het algemeen door directe
gravering op zink gebracht. De verzamelkaart is ontstaan door
samenvoeging van fotografische verkleiningen van de plans.
De resultaten van de wet van 1898 strandden op het starre
financieringssysteem.
Buiten het district Seine vroegen minder dan 150 gemeenten
de kadastrale „refection".
Intussen werd het antieke uiterlijk van de plans opvallender.
In de loop der jaren 19081912 was de Administratie ter toe
passing van een wet van 1907 overgegaan tot een algemene her-
63