De maximum-afwijking is 3 meter. Men onderscheidt de volgende indeling: 1. oude grenzen, door grenstekens op het terrein aan geduid en op het oude plan voorgesteld; 2. idem, maar niet op de oude plans voorgesteld; 3. nieuwe grenzen, op het terrein aan geduid met delimitatie-kenmerken; 4. nieuwe grenzen, niet op het terrein aangeduid. Bij afwezigheid van grenstekens houdt men de toestand aan van het oude plan, of wel, bij nieuwe grenzen, de gebruiksgrens, tenzij geïnteresseerden zich hiertegen verzetten. De percelen worden opnieuw genummerd. De oppervlakte berekening geschiedt grafisch; de oude oppervlakken worden als basis gehandhaafd, indien de verschillen niet groot zijn. Aldus stelt men op het gereviseerde plan, vervaardigd op een lichtblauwe reproductie van de primitieve kaart, voor: in zwarte inkt de elementen, welke én op oude kaart én blijkens de nieuwe toestand bestaan; in rode inkt de nieuwe elementen en in violette inkt enkele gegevens (voornamelijk verbindingspunten), welker afbeelding niet noodzakelijk is. Via een calque van dit plan met alleen de tegenwoordige toe stand kan men langs de weg der fotoreproductie zoveel afdrukken maken als men wenst. De delimitatie is verplicht, maar de afpaling blijft facultatief voor particulieren. De gemeenten moeten de omtrekken met ken merken aangeven. De staat, de provincies, de gemeenten, de publieke instellingen, de Spoorwegmaatschappijen e.d. moeten wel hun eigendommen van grenstekens voorzien. De aanwijzing geschiedt aan plaatselijke Commissies, welke zijn samengesteld als de gemeentelijke Commissies voor de Directe belastingen. Een vertegenwoordiger van de kadastrale dienst treedt met adviserende stem als secretaris op. De Commissie verstrekt alle inlichtingen, constateert de over eenstemming tussen de eigenaren en intervenieert na de meting, als dat nodig blijkt. Meestal echter bereikt de landmeter zonder tussenkomst reeds de gewenste accoordverklaring. De resultaten der metingen worden aan de eigenaren medegedeeld. Plans en documenten liggen ten minste een maand ter visie. Gedurende die tijd is op gezette tijden een kadasterambtenaar aanwezig. Reclames kunnen bij de Burgemeesters en bij het ka daster worden ingediend. De plaatselijke Commissies geven advies en fixeren de voor lopige grenzen, zoals die op de plans moeten komen in gevallen, waarbij verschil van opvatting blijft heersen. Een jaar tijd wordt gegeven om de protesten te behandelen. Daarna worden in de meeste gevallen de voorlopige grenzen definitief. Het vastepuntennet is aangesloten aan de Nieuwe Driehoeks- 67

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 27