Het geschrift is niet in de handel, maar blijft op aanvraag aan de Red. beschikbaar voor geïnteresseerden. De stijl is vlot, het lettertype aangenaam voor het oog, de illustraties scherp. Verschenen is de zesde druk van het boek: „Landmeten en Waterpassen" van H. J. van Leusen (Uitgeverij Waltman, Delft). Dat dit bekende werk reeds zijn zesde druk beleeft bewijst wel, hoeveel behoefte er bestaat aan een dergelijk werk. Mede doordat de schrijver steeds een open oor had voor cri- tische bemerkingen, welke hem vanuit deskundige kringen bereik ten, werd elke volgende druk een verbeterde uitgave van de vorige. Toch zijn er ook nu nog verschillende verbeteringen aan te brengen: In par. 54 zegt de schrijver, dat hoewel de meetketting zelden of nooit ,,op maat" is, deze in vele gevallen te verkiezen is boven de meetveer. Dit is toch wel een misvatting. Bij het Kadaster is (gelukkig) de meetketting voorgoed van het toneel verdwenen. Par. 59. ,,De jalons worden loodrecht in de grond geplaatst, hetgeen op het oog beoordeeld wordt". Dit kan voor metingen, waarbij een geringe graad van nauwkeurigheid toelaatbaar is, getolereerd worden. Tegenwoordig wordt, althans bij het Kadas ter, bijna in alle gevallen gebruik gemaakt van schietlood of jalon- richter voor het verticaal stellen van jalons. Par. 90. De in deze paragraaf gevolgde methode van opstellen der theodoliet kan niet worden aanbevolen, vooral niet bij de moderne instrumenten, waar de speling, die een verschuiving op de glijplaat mogelijk maakt, aanmerkelijk geringer is dan bij de oudere uitvoeringen. In de eerste plaats dient men het statief met behulp van 't schietlood, zo goed mogelijk verticaal boven het punt te plaatsen, waarna men de glijplaat door middel van de niveaux horizontaal stelt. Par. 113 t/m 115. Aanvullen met de methode van het meet- lijnenverband, welke methode bij het Kadaster de meest gebrui kelijke is en te verkiezen boven de andere genoemde methoden, die alle extrapolatie inhouden. Par. 117, fig. 79. Kwadraten en tekens aangeven. Par. 118. De definitie van het begrip azimuth" is niet juist geformuleerd. Par. 136. De veelhoeksmeting wordt niet alleen toegepast in bosrijke-, doch in alle andere terreinen. In dit verband zouden we willen wijzen op de vaagheid van par, 124, waarin o.i. gesug gereerd wordt, dat alleen Snelliuspunten de grondslag vormen voor de detailmeting. Par. 149 t/m 154. Aan te vullen met de grafisch-numerische methode. Ook zou het hulpmiddel ,,Harpplanimeter" voor lang gerekte, smalle percelen genoemd kunnen worden. 69

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 29