Inpolderingen IJsselmeer*
Het ligt in de bedoeling de bedijking van een ongeveer 50000
ha groot onderdeel van de IJsselmeerpolders zo spoedig mogelijk
aan te vatten en in 6 jaren gereed te maken. Voor het droog-
malen van het dan ingedijkte gebied (zuidoostelijke polder) zal
een jaar nodig zijn. In het 8e jaar zal met de ontginning een aan
vang kunnen worden genomen. Omstreeks 1964 is de 50000 ha
dan ontgonnen. Voor 1950 kan een bedrag van. rond 20 millioen
gulden worden gebruikt.
Het advies van de Zuiderzeeraad houdt in: 1°. in het zuidelijk
deel van het IJsselmeer zullen uiteindelijk twee polders gescheiden
door een Middenkanaal op hoog peil worden gemaakt; 2°. de
zuidoostelijke polder zal in twee delen, namelijk een Ooster- en
een Zuiderpolder, worden uitgevoerd; 3°. het in het zuidelijk deel
van het IJsselmeer droog te leggen gebied zal in het noorden op
het vasteland aansluiten nabij Enkhuizen en zal in het zuidwesten
worden begrensd door een lijn, ongeveer lopende van Muiderberg
naar Uitdam, zomede het Middenkanaal; 4°. er zal met de Ooster
polder worden aangevangen.
Omtrent dit advies is ons nog geen Regeringsbeslissing bekend.
In de plénaire vergadering van de Salariscommissie ad hoe
werd o.m. een aanvang gemaakt met de behandeling van een
genormaliseerde methode van werkclassificatie ten behoeve van
de vaststelling der bezoldiging van de handarbeiders, waarbij de
vraag werd opgeworpen, oi en zo ja, met ingang van welk tijd
stip deze methode in de burgerlijke Rijksdienst zou dienen te
worden geïntroduceerd. De besprekingen over dit punt worden
voortgezet. De ontwikkeling van deze methode volgen wij met
de grootste aandacht.
Wetgeving op het gebied van het privaatrecht
De voorbereiding van een nieuw burgerlijk wetboek heeft het
stadium bereikt, dat over bepaalde onderdelen van het vermogens
recht binnenkort overleg met de Kamer geopend zou kunnen wor
den. Het ligt voor de hand, dat voor zodanig overleg de keuze
valt op die belangrijke onderdelen, waaromtrent het overleg met
de deskundigen buiten en in de Staatscommissie voor de herziening
van de burgerlijke wetgeving voltooid is.
Overleg met de Kamer over bepaalde onderdelen van het nieuwe
wetboek zou het voordeel bieden, dat bij de verdere afwerking
rekening gehouden kan worden met inzichten, welke bij het overleg
naar voren komen. Aan de Vaste Commissie voor Privaat- en
Strafrecht zullen bepaalde vraagpunten over het nieuwe burgerlijk
wetboek voorgelegd worden, vergezeld van de betrekkelijke delen
van het nieuwe burgerlijk wetboek in de huidige formulering en
78