De wiskundige teksten, die ons uit Babylonië bewaard zijn ge
bleven en die misschien een aanwijzing zouden kunnen geven
omtrent eventuele beoefening van de landmeetkunde, zijn of tafels
ter vergemakkelijking van de berekeningen of praktische oefenin
gen, problemen. Over de laatste categorie schrijft F. Thureau-
Daugin in „Textes mathématiques Babyloniens.9) Wij bezitten
bijna geen aanduidingen omtrent plaats en ouderdom van deze
documenten. Alleen de taal en het schrift wijzen naar de le
Dynastie. Tot de tijd van de neo-Babylonische periode behoort
geen enkele van deze.
Tussen het einde van de Vie en de aanvang van de VUIe Dyn.
25402400 v. Chr.?) woedde er in Egypte een grote revo
lutie10) 10a) 1G). Van de aanval op bureaux en voorraden wordt
gezegd, dat er geen discipline meer bestaat, dat men de konink
lijke kantoren plundert en de eigendomsbewijzen heeft gestolen,
dat men om te vernietigen en te confisceren doordringt tot elke
geheime plaats in de archieven van justitie, financiën en kadaster.
Van de schrijvers van het kadaster deelt men mede, dat hun ge
schriften (census-lists) zijn weggepakt en dat geen ambtenaar
meer op zijn plaats is (de papyrus, uit de XVIIIe Dynastie, waar
op deze bijzonderheden voorkomen, bevindt zich in het Leids
museum)
De meetkundige documenten, die ons uit het Chaldeeuws-
Assyrische resten, hebben in het algemeen een zuiver praktisch
karakter. Men kende reeds een compleet, maar ingewikkeld
maten-systeem in de tijd tussen 30002000 v. Chr.
Kadastrale documenten bestaan van het eerste Sumerische tijd
perk af. Zelfs is er in het museum van Constantinopel een tablet
(dat dateert uit de 2e Dynastie van Our (34003300 v. Chr.)
waarop voorkomen terreinplans met lengten der zijden. Ten be
hoeve van de opmeting is een onregelmatig veld verdeeld in
rechthoekige driehoeken, rechthoeken en trapeziums. De opper
vlaktetekeningen van de rechthoek, van het vierkant (als een
bijzonder geval van de rechthoek) van de rechthoekige driehoek,
van het trapezium, zijn correct uitgevoerd, zelfs die van de laat
ste twee. 11
Uit het derde millenium kennen we de bladen van Tallo met
verscheidene kadastrale stukken, waaronder kaarten met huizen
en stadsdelen. Ook hier zijn de operaties correct uitgevoerd. Men
48
9) Uitg. Vooraziatisch-Egvptisch gezelschap Ex oriente lux dl. I, Leiden,
E. J. Brill 1938.
10Alan H. Gardiner, The admonitions of an Egyptian sage 1909. (Leidse
papyrus).
10a) J. H. Breasted, Development of religion and thought in Ancient Egypte,
biz. 203.
11Abel Rey, La science oriëntale avant les Grecs, Paris, 1930.