de Thinistische gouw P-en-Anhor, die onder Amenophis II leefde. Er is een hele reeks standbeelden van deze aard. Ook op een voorstelling in het graf bij Thebe van Amenhotpe- si-se zien we dezelfde versiering onbeschadigd prijken op de reserveband van de achterman. Aan de vervolgings-zucht van Amenophis IV zijn dus blijkbaar nog enkele emblemen ontsnapt. Schilderingen (of reliefs) als de in ons artikel afgebeelde komen in het Oude- en Middenrijk niet voor. Men plaatst deze in de 18e Dynastie (=h 1400 v. Chr.). De mens-figuren zijn in het graf van Menkheperrasonb zb 40 cm hoog. Daar ziet men zeer scherp de details van de korenaren. Onze kleurentekening toont ons, van links naar rechts, de tafel met geschenken, verschillende ambtenaren met schrijfgerei (dat in een doos wordt meegevoerd), mannen van lagere rang met ontbloot bovenlijf, een grenssteen tussen de voeten van de voor man, een boerenfamilie, geschenken aanbiedende en (niet meer zichtbaar) een jongetje, dat een geit naar de landmeters drijft. De landmeters staan letterlijk in hun hemd. 100 Uit „Wreszinski, Atlas zur altag-Kulturgeschichte", I, tafel 191.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 16