Er kan echter niet worden volstaan met een regeling van de
eigendomsovergang. Hypotheken en andere zakelijke rechten
moeten ook opnieuw worden gevestigd. Wanneet nu nog de
rechtsverhoudingen tussen de verschillende partijen sinds de ont
eigening gewijzigd zijn of één of meer partijen niet willen mede
werken, wordt het probleem welhaast onoplosbaar. Daarom is de
regering tot het systeem der onteigeningswet teruggekeerd, waar
bij evenwel de voordelen van het aanvankelijk in het ontwerp
gevolgde beginsel volledig konden worden behouden, dank zij
het instituut der voorlopige inbezitneming, geregeld in de artikelen
54a54f van de onteigeningswet, waarvan de procedure kon
worden vereenvoudigd en de datum van ingang kon worden
vervroegd.
De eigendomsovergang door overschrijving van het goed
gekeurde besluit tot onteigening is uit het ontwerp verdwenen.
Daarmede zijn ook andere bezwaren tegen de administratieve
procedure weggenomen.
Er zijn tevens bezwaren aangevoerd tegen de regeling, dat
degene, van wie is onteigend, de dagvaarding moet uitbrengen.
Ook te dezen is de Regering teruggekeerd tot het systeem der
Onteigeningswet (in het nieuwe eerste lid van art. 13 is het des
betreffende art. (9) van de Onteigeningswet van toepassing
verklaard).
Het nieuwe artikel 10 luidt thans als volgt:
1. Zonder voorafgaande verklaring bij de wet, dathet al
gemeen nut de onteigening vordert, kan onteigening plaats vin
den van:
1°. onroerende goederen, waarover de beschikking ter uit
voering van een van kracht zijnd wederopbouwplan als bedoeld
in de vorige paragraaf, moet worden verkregen, alsook van zake
lijke rechten op zulke goederen;
uitgezonderd hiervan zijn die goederen, aan de opstallen waar
van zodanige oorlogsschade is toegebracht, dat zij niet of althans
niet volgens hun normale bestemming in gebruik zijn en naar het
oordeel van Onze Minister van Wederopbouw en Volkshuis
vesting als onherstelbaar moeten worden beschouwd, alsmede
zakelijke rechten op zulke goederen;
2°. onroerende goederen, waarover de beschikking moet wor
den verkregen in verband met een bouwplan, strekkende tot leni
ging van de woningnood of ten bate van het economisch herstel
des lands, alsook van zakelijke rechten op zulke goederen.
2. De onteigening geschiedt krachtens een besluit van de
gemeenteraad en hetzij ten name van de gemeente, hetzij ten
verzoeke en ten name van een ander publiekrechtelijk lichaam,
een andere rechtspersoon of een natuurlijke persoon. Dit besluit
is onderworpen aan de goedkeuring van Onze Minister van
Wederopbouw en Volkshuisvesting. Wanneer bij een onteigening
106