belangen zijn betrokken, welker behartiging behoort tot het res sort van Onze Ministers van Economische Zaken of van Land bouw, Visserij en Voedselvoorziening, wordt de goedkeuring niet verleend dan in overeenstemming met de daarbij betrokken Minister, tenzij de onteigening plaats heeft ter uitvoering van een goedgekeurd uitbreidingsplan, waartegen geen hogere voorziening open staat, of van een goedgekeurd wederopbouwplan; in die ge vallen heeft alleen overleg plaats. 3. Gedurende ten minste drie weken ligt ter gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage: 1°. een uitgewerkt plan van onteigening met uitvoerige kaar ten en met grondtekeningen, waarop de te onteigenen percelen, de percelen ten behoeve en ten laste waarvan de te onteigenen erfdienstbaarheden zijn gevestigd en de percelen, welke met an dere te onteigenen zakelijke rechten zijn bezwaard, met vermel ding hunner kadastrale nommers, zijn aangewezen; 2°. een lijst van de kadastrale nommers der te onteigenen per celen met vermelding van: a. de grootte, volgens de registers van het kadaster, van elk dier percelen en, indien niet het gehele perceel zal worden ont eigend, bovendien de grootte van het te onteigenen deel; b. de namen van de eigenaars en mede-eigenaars Van elk dier percelen volgens de registers van het kadaster; 3°. een lijst van de te onteigenen erfdienstbaarheden, met ver melding bij elk van deze van de kadastrale nommers van de per celen, ten behoeve waarvan de erfdienstbaarheid is gevestigd, en van die, welke daarmede zijn bezwaard, voor zoveel de ont eigening deze van die last zal bevrijden en van de namen van de eigenaars en mede-eigenaars van die percelen volgens de regis ters van het kadaster; 4°. een lijst van de andere te onteigenen zakelijke rechten met vermelding bij elk van deze van de kadastrale nommers van de percelen, welke met het recht zijn bezwaard en van de ijamen van de rechthebbenden en mede-rechthebbenden daarvan, vol gens de registers van het kadaster. 4. Het hoofd van het gemeentebestuur brengt de nederlegging te voren in de Nederlandse Staatscourant en in een of meer in de gemeente verspreide dag- of nieuwsbladen en voorts op de gebruikelijke wijze ter openbare kennis. 5. Tijdens de in het derde lid genoemde termijn kunnen be langhebbenden schriftelijk hun bezwaren tegen de voorgenomen onteigening bij het gemeentebestuur indienen. Burgemeester en Wethouders winnen omtrent die bezwaren zo spoedig mogelijk het advies in van de inspecteur, belast met het toezicht op -de handhaving van de wettelijke bepalingen betreffende de volks huisvesting. 6. Artikel 9 van de Onteigeningswet is van toepassing met 107

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 23