BD2 a2 4- d2 2 ad cos xp\ BD2 b2 c2 2 be cos a2 4- d2 2 ad cos xp b2 4- c 2 2 be cos (2) Stel a2 d2 b2 c2 4 q2. Uit (1) en (2) volgen 2 p2 ad sin ad cos 2 q2 Sin \p en cos be be Als we nu bedenken dat sin 2^ cos 2«/"= 1, dan volgt hieruit 4 ad (p2 sin xp 4- q2 cos xp) 4 p4 4- 4 q4 4* a2 d2 b2 c2. Uit deze goniometrische vergelijking kunnen we xp met behulp q2 van een kunstgreep oplossen door tg 0 te stellen. P2 Na enige omvorming vinden we 4 p4 4- (a:2d2 b2c2) cos 6 Sin (xp 0) 4 adp2 cos 0 Hieruit bepalen we xp 4- 6 en dus is ook xp bekend. We kunnen nu overgaan tot de berekening van xp in onze opgave. tg e 0,329698. 0= 20,2748 of 220,2748. Sin (xp 4- 0) 4- 0,965951 of 0,965951. Hieruit volgt voor xp 63,0649 of 96,3855. Voor de bijbehorende \j/ vinden we resp. 90,4158 en 150,1337. De andere waarden voor \p 200 gr) voldoen niet aan onze opgave. Met form. (1) berekenen we het oppervlak van onze beide ge vonden vierhoeken, dit ter controle van de berekening xp en if/. Nu moeten nog de meetgetallen bij voetpunt en top van de loodlijnen uit B en C op AD worden bepaald. We vinden bij cp 63,0649 ABl 94,56; BBt 144,27; ACt 258,17; CCt 136,24, en bij xp 96,3855. AB, 9,79; BBi 172,22; ACX 166,06; CCX 123,10. Tenslotte controleren we deze maten door nogmaals het opper vlak hiermee te berekenen. Welke van de twee oplossingen aan het vraagstuk uit de prak tijk zal voldoen, moet de kaart helpen uitmaken. 110

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 26