van dit Orgaan, die wellicht t.a.v. publicaties over leven en (of)
werk van Oud-Nederlandse landmeters „tips" zouden kunnen
geven, wordt verzocht zich met de samensteller in verbinding te
stellen (huisadres Beukstraat 3, Amersfoort).
De nieuwe gemeente Urk.
Door aanneming van het Wetsontwerp tot wijziging van de
grens en provinciale indeling van het voormalige eiland Urk is
het grondgebied van deze bekende gemeente aanmerkelijk
uitgebreid.
Het eiland Urk was 80 ha groot; 15 ha was bebouwde kom
en 60 ha grasland, in gebruik bij de Urker veehouders. De be
volking is sedert 1930 van 3100 tot 4600 zielen gegroeid. Door
de dichte bebouwing, door samenwoning en andere oorzaken
heerst er de tuberculose in sterke mate.
De wet voorziet in toevoeging van een gebied van 90 ha,
terwijl tevens een logische en duidelijke begrenzing is vastgesteld.
De vorm nadert die van het vierkant. In de oorlogstijd werd
de gemeente Urk, die formeel tot de provincie Noord-Holland
bleef behoren, bestuurlijk aan die provincie onttrokken en met
het openbaar lichaam de N.O. Polder rechtstreeks onder het toe
zicht van het Departement van Binnenlandse Zaken gebracht.
Dit besluit is na de bevrijding gehandhaafd.
De tengevolge van de inpoldering gewijzigde geografische om
standigheden hebben er toe geleid, dat Urk zich geheel heeft
gericht op de provincie Overijssel. Voor de meeste takken van
overheidszorg is Urk ondergebracht bij de in Overijssel geves
tigde diensten (belastingdienst, Volksgezondheid, Wederopbouw,
Keuringsdienst e.a.).
In afwachting van een wettelijke regeling van de provinciale
indeling van de N.O. Polder behoort (volgens art. 7) van 1 Juli
1950 af de gemeente Urk tot de provincie Overijssel.
Volgens art. 3 gaan alle rechten, lasten en verplichtingen van
de ,,N.O. Polder", betrekking hebbende op of gelegen in het aan
de gemeente Urk toegevoegde gebied m.i.v. 1 Juli 1950 over op
die gemeente.
Voorzover het onroerende zaken betreft, heeft te dien aanzien
verandering in de tenaamstelling in de openbare registers plaats.
De daartoe nodige opgave aan de betreffende hypotheekbewaar
der geschiedt door Gedeputeerde Staten van Overijssel.
Ten aanzien van de provincie Noord-Holland (art. 9) zorgt de
Minister van Binnenlandse Zaken voor de nodige opgaven aan
de betreffende Hypotheekbewaarder,
Naar een Internationale van Kadasterpersoneel.
In het maandblad van „L'Essor Syndicaliste", no. 3 van Maart
1950, het orgaan van het „Syndical National des Techniciens et
Employés du Cadastre" te Parijs schrijft men onder de titel:
119