„Naar een internationale vereniging van kadasterpersoneel" het volgende: Reeds enige maanden voerde het Secretariaat een vriend schappelijke briefwisseling met verschillende syndicaten uit na burige en verderaf liggende landen. Wij voorzien dat we met onze Belgische vrienden, waar de taalgelijkheid een nauwer contact bevordert, spoedig onze oude hoop op de stichting van een Internationale Centrale van kadaster- personeel kunnen verwezenlijken. Deze stichting was reeds vóór 1939 voorbereid en door recente gebeurtenissen alleen maar verdaagd." Een eerste ontmoeting werd vastgesteld op 5 Maart in België, waar de bestuurders Hermant en Truchon de Franse organisatie vertegenwoordigden. Een tweede samenkomst volgde einde April. Wij schreven reeds eerder over de hier genoemde S.N.T.E.C. De pogingen tot toenadering van de ons verwante buitenlandse groeperingen slaan wij met belangstelling gade. Ambtelijke arbeidsverhoudingen. In het Orgaan v. d. Bond v. Administratief personeel bij 's Rijksbelastingen", 38e jaargang, no. 4 van 1 Mei 1950 lazen wij enkele treffende zinsneden uit een openingsrede van één der afdelingsvoorzitters van de Bond. Bedoelde functionnaris, spre kende over de sfeer, waarin de ambtenaren leven, merkte het vol gende op: Er zijn nJL arbeidsverhoudingen, die allesbehalve bevorderlijk zijn aan de goede geest die het ambtenarencorps moet bezielen om de arbeid naar behoren te verrichten. Zij belemmeren de vreugde in de arbeid en staan de verhoging der arbeidsprestatie in de weg. Daarom hebben allen, die bij ons dienstvak leiding moeten geven, daaraan aandacht te schenken. Zij hebben ook in dit opzicht een verantwoordelijke taak. Zij moe ten er van doordrongen zijn, dat hun ondergeschikten geen num mers zijn, geen pionnen op het schaakbord en geen machines, maar mensen, die bevrediging in hun arbeid willen vinden en hun ziel daarin moeten kunnen leggen. Zij moeten als medewerkers gezien en behandeld worden. Zij dienen de gelegenheid te krijgen om hun gaven en talenten te ontplooien, zonder dat bij voorbaat door de chefs de domper wordt gezet op suggesties en ideeën die door hen naar voren worden gebracht en waaraan vaak ternauwer nood aandacht wordt geschonken. In dit alles kan er nog zeer veel ten goede worden veranderd, wanneer er in ons dienstvak een eensgezind samenspel is tussen leiding gevende figuren onderling enerzijds, tussen superieuren en ondergeschikten anderzijds. Tot zover deze afdelingsvoorzitter. De klacht, hier geuit, is ook ons niet onbekend. Ook als men 120

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 36