en gegraveerde cornalijn- of jaspisblokken, bewerkt op dezelfde wijze als de muren van Persepolis. Het stuk zwart marmer, waarvan we vorm en inscriptie hier afbeelden, is vóór de bewerking door het water van de Tigris afgeslepen; de vorm is langwerpig afgerond en iets afgeplat, de afmetingen 48 cm hoog en 32 cm breed, het gewicht 32 kg. De 2 beschreven zijden zijn in 4 afdelingen verdeeld. Bovenaan ziet men verschillende figuren. De slang scheidt de twee kanten af. De lange strepen op zijn huid stellen schubben voor. (Slangen kwamen veel voor. Ook de troon van Godheden was omgeven door een enorme slang). Onder de verdere afbeeldingen op deze steen komt voor een scorpioen (herinnerend aan de godin Ichchara), een roofvogel bij een altaar, daar naast een dodo (de Dronte van Oost-Indië); ver der een monster met slangenlichaam, roofvogelbek, een kam, ge schubd als bij een vis, en manen. Volgt een ander monster, eveneens met slangenlichaam, leeuwenkop en met 2 horens. Het volgende dier, waarvan een deel op de rand ligt, schijnt een soort vos, misschien de jakhals, zo gewoon in Perzië. De andere kant toont ons bovenaan drie sterren in een schijf, ongetwijfeld de nimbus om de zon (voorstelling van de god Schamasch?) De linker ster is niet duidelijk; die in het midden schijnt stralen uit te zenden, zoals de Grieken de bliksem voorstellen. In deze tekening komen ook 2 altaren voor; elk altaar is ver sierd met 3 omgekeerde pyramiden. Op het ene staat een ornament in de vorm van een hoefijzer met omgekrulde einden; wat er op het andere staat, is gedeeltelijk onzichtbaar; het zichtbare deel lijkt op de schubhals van een der reeds beschreven dieren. Er dichtbij ligt een spleethoevige, de huid met schubben bedekt en vleugeltjes aan de schouders, (de tragelaphe van de Grieken?) Daaronder staat een stroom waarvan het water uit 2 bronnen schijnt te komen, die zich weer verenigen aan de onderzijde van de voorstelling. Een pijl links schijnt, als op onze hydrografische kaarten, de stroomrichting aan te geven. Het andere beest, hier afgebeeld, is een combinatie van leeuw en zwijn, een zeldzaam voorkomende verbinding. Een religieus monument is deze steen niet. Het schrift gaat van links naar rechts; de linkerhelft is het eerst geschreven. De vertaling luidt ongeveer aldus; 40 (le afd.) 20 en in grote landbouwmaten, gemeten op het 60 88

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 4