naar deze verdeling. De metingen waren dus grondbelasting- metingen, de eerdergenoemde grensbepalingen36). Ook van metingen t.b.v. oogst-vorderingen maken de papyri verschillende malen melding. Zo b.v. P.S.I. 502 uit het jaar 29, waar men mededeelt, dat overeenkomstig de voorschriften van Apollonius de koninklijke secretaris met een ambtenaar arriveerde in een bepaald dorp en dat daar in hun tegenwoordigheid in de loop van 5 dagen het land werd gemeten, van elke eigendom en van elke bebouwing afzonderlijk. Daarna werd aan de requestre- rende boeren de inhoud van Apollonius' voorschriften bekend ge maakt. In de correspondentie van Zenon vindt men meer dergelijke metingen gememoreerd 36a). Het Kadaster in de Ptolemeïsche tijd 52 De zorgvuldige registratie van de gronden, gebaseerd op metingen (yecojuEZQia) van het Egyptische gebied was ook in de Ptolemeïsche tijd een noodzakelijk onderdeel van de landbouw kundige administratie. De landregisters of kadastrale registers werden in deze periode door de dorpschefs (xoo/jl&qxoli) en de dorpsschrijvers (xco/uv- yQajujuaretg) samengesteld onder supervisie van de koninklijke schrijver (flaodiKol ygajujuaxig). Ze werden jaarlijks vernieuwd. Men besteedde er veel aandacht aan. Alle cultiveerbare land, bezaaid of niet, sterk geïnundeerd of droog, d.w.z. in perfecte staat van dienst uit het oogpunt van de gewassen en van de betalingen aan de Kroon ofwel aangewezen voor een verminderde renteheffing of zelfs in het geheel niet onder worpen aan heffingen (vjióAoyos)waren alle voorwerp van onder zoek. De dorpsmetingen werden door de toparchs (officieren van de topoi) fiscaal beschreven en aan de gouwvorsten gezonden, welke hoge ambtenaren de rapporten doorgaven aan de dioecetes te Alexandrië. Zij dienden als materiaal voor de samenstelling van een algemeen grondbelastingkohier 53) 54 138 De verhoudingen in de gouw van Arsinoïte, hierna beschreven, zijn blijkbaar wel regel. De leidende bezitsvormen zijn Koningsland en land, dat soldaten en tempels in bruikleen hebben. De Ptolemeërs hebben dit van de Egyptenaren overgenomen. 36a) Mich. Rostovtzeff, A large estate in Egypt in the 3th cent. Ec., Madison, 1922. 52zie V. Struwe (over privé-bezit vóór de Ptol. periode) in: Journal of the Board of public education 1915, Jan. en Jul i. 53Mich. Rostovtzeff, The social and economic history of the Hellenistic world, deel I, biz. 275. 54Mile Claire Préaux, L'économie royale des Lagides, 1939.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 14