de overdracht op verzoek van partijen worden gemeten, gesplitst,
berekend en op gezegeld papier in kaart gebracht.
Deze gezegelde kaart wordt gehecht aan de akte van overdracht
en daarmee samen geregistreerd. Ook particuliere landmeters
kunnen dit werk uitvoeren. Per provincie is er een Directie van
het Kadaster. Op deze Directies (bewaringen) komen de akten
terecht. Jaarlijks worden ze door de betrokken plaatselijke land
meters gezonden ter verificatie en bijwerking op de aan deze
kadaster-landmeter ter beschikking gestelde kadastrale kaarten.
Een staatslandmeter overtuigt zich op het terrein van de juistheid
der vermelde gegevens, c.q. van de juistheid der meting, wanneer
deze door niet-kadaster-landmeters zijn opgemaakt en werkt deze
daarna bij op de officiële kaart.
Is de meting door hemzelf geschied, dan werkt hij direct de
gegevens bij op zijn kaarten.
Jaarlijkse opgaven van gemeentebesturen maken het mogelijk,
dat men veranderingen in de terreintoestand kan achterhalen en
inmeten.
In de regel wordt geen gebruik gemaakt van een meetkundige
grondslag. Een speciale staatsdienst is er op gericht hermetings-
werkzaamheden in bepaalde gebieden uit te voeren. De bij deze
dienst werkzame ambtenaren zijn in dit hermetingswerk gespe
cialiseerd.
Het Belgische kadaster behoudt het oorspronkelijke nummer van
het „moederperceel". Het perceel, genummerd 72 wordt na splitsing
72a, 72b enz. tot 72z. Wordt 72b gesplitst en alle letters van
het alphabet zijn gebruikt, dan volgt 72a2, 72b2, enz. In gemeenten
met veel notaties is men aldus genaderd tot 72a300.
Stelt men dit systeem naast het onze, dan lijkt het Nederlandse
wel veel eenvoudiger.
Engelands „Ten Year Plan": algehele hermeting.
De Engelse tijdschriften maken in woord en beeld gewag van
Britain's Ten Year Plan", dat bedoelt een algehele hermeting
van Groot-Britannië in tien jaar gereed te krijgen, althans voor
zover dit de werkzaamheden te velde betreft.
De afwerking zal ongeveer 30 jaar duren. In Mei 1945 is men
met dit enorme werk begonnen; momenteel wordt er gewerkt met
een personeel van 5000 man (waarvan 2000 te velde).
Voorlopig bestaat er nog gebrek aan voldoende geschoolde land
meetkundigen; de personeelsbezetting zal daarom slechts geleidelijk
kunnen worden uitgebreid.
De leiding berust bij 200 chief-surveyors" (ambtenaren, onge
veer gelijkstaande met de Nederlandse landmeter).
Van de vermeldenswaardigheden bij de werkzaamheden te velde
155