10 bur 10 bur 6 gan ma-a sa-at A-za-la 180 180 6
(of 354) gan of iku gecultiveerd land behorende aan Azala).
Tekeningen op schaal waren de Egyptenaren waarschijnlijk
onbekend. Op het punt van proporties waren deze zorgeloos. We
kennen wel plantekeningen, b.v. het interessante ontwerp met
maten van het graf van Ram (es) see IV op een Turijnse papyrus.
Ingeschreven zijn de namen van de delen en de maten in ellen,
palmen en vingers.
Ook de kaart op een andere Turijnse papyrus, welke diende
voor gouddelvers uit de tijd van Seti I (13131292 v. Chr.) met
twee parallel lopende valleien, verbonden door een kronkelende
vallei, mijningangen, stela en mijnwerkershuizen is slechts een
schets 40
De inschriften der Egyptenaren in tempels en graven, en ver
schillende papyri tonen overduidelijk aan, dat zij zich van de
verschijnselen, verband houdend met het Nijlwater, goed reken
schap hebben gegeven, In de vroegste historische tijd behoort het
reeds tot de taak van de Waterstaat, de overstromingen zo goed
mogelijk te voorspellen, waar te nemen en op te meten en alle
verdere maatregelen te nemen om de oogsten zo goed mogelijk
te verzekeren.
Economisch was dit van groot belang in die zin, dat de be
lastingopbrengst afhing van de hoeveelheid toegevoerd water en
van het landoppervlak, en dus een nauwkeurige kennis van beide
niet mocht ontbreken.
Het algemene toezicht op de waterbouwkundige zaken berustte
bij de Vizier, de onderkoning15).
Blijkens mededelingen, door Prof. R. J. Forbes gepubliceerd in
,,de Ingenieur" no. 56, 1941, A 6, was deze organisatie reeds in
werking in de Thinietentijd, d.w.z. vóór de grote pyramiden wer
den gebouwd, tussen 3300 en 3000 v. Chr.
Tijdens de seizoenoverstroming (JuliOctober), vertelt
Herodotus (II, 13, 97), leek het gehele land één watervlakte,
waaruit de dorpen oprezen als terpen, terwijl de wegen als dijken
zichtbaar waren. Het kadaster kwam in actie, als het water in
het volgende seizoen (Nov.Febr. shemou) was gedaald.
Het Kadaster behoort tot de alleroudste staatsinstellingen van
Egypte. Immers reeds de Palermo-steen spreekt van het meten
en tellen der landen" in verschillende jaren. Vele grenzen werden
meermalen door de overstroming en door de laag Nijlslib, die
op de velden achterbleef, uitgewist. De kadastrale dienst kende
blijkbaar die grenzen. „Ik heb voor U de velden geteld en ge-
4°) J.E.A., IV.
131