v,
aangrenzend
22 tot
23, 4 tot
4
maakt 90
22
21, 4
4
86
21
20. 4
4
82
20
19, 4
4
78
19
18, 4
4
74
18
17, 4
4
70
17
16, 4
4
66
16
15, 4
37.
587s
15
15, 37.
27.
74 7u 7sa 477.
8 Vie
Maakt totaal akkers 65172 V* Vie
daarbij nimm 107 7* 7i«
Akkers als geschenk van het le jaar van Nektanebus maakt
totaal-generaal 759 x/% (zoals boven aangegeven),
gegeven)
Voor de reconstructie van deze maten zie men de tekening (fig.
no. 7, biz. 171).
Op deze wijze zijn vele series grondstukken aangegeven. Het
lijkt erop dat men (er worden steeds 4 getallen gebruikt) met recht
hoeken heeft gewerkt, of met vierhoeken, die de vorm van een
rechthoek nabijkomen. Hier is het eerste voorbeeld uit de Egyp
tische, Griekse en Romeinse oudheid, waar niet slechts de opper
vlakte in het algemeen is uitgedrukt, maar waar men ook de leng
tematen van de velden dusdanig vermeldt, dat met behulp van
deze de inhoud kan worden bepaald.
Vele delen van deze meermalen geciteerde opsomming van tem
pelgoederen zijn beschadigd, maar meer dan 180 omschrijvingen
zijn bewaard gebleven. Van deze hebben meer dan 100 grond
stukken 2 gelijke overstaande zijden, 24 hebben 2 paren gelijke
overstaande zijden.
De teksten bevatten vele reken- en schrijffouten, die echter vaak
bij de sommeringen zijn hersteld. Verschillende zijn echter slechts
vereenvoudigingen van te lange breukenrijen, vooral wanneer deze
kleiner zijn dan 1/64.
Ook een smalle strook grond van 3,5 km lang, aan een Nijl-
bocht gelegen, is uit de opgegeven maten te reconstrueren. Lepsius
vond hierbij steun in de vermelding, dat de meting ging van Z.
naar N. en dat de stukken in het Z., N. en O. door de Grote
Stroom de Nijl) begrensd werden. Verder blijken de eerste
en de laatste serie maten te behoren bij driehoeken:
0 tot 2, 3 tot 3=3
0 5, 17 17 42^
terwijl het bij andere rijen van opgaven opvallend is, dat gewoon-
170