Naast de verplichte studie staan verschillende keuzevakken ver meld. Deze werden in het voorgaande schema niet opgenomen. Voor diegenen onder de studerenden voor de studierichtingen II en III, die later nog het landmeterspatent willen behalen, zijn deze vakken voorzien van een sterretje. Uit het bovenstaande overzicht is te zien, dat de drie studie richtingen de eerste twee jaren vrijwel geheel parallel lopen om daarna uit elkaar te gaan. Bovendien, maar dat is uit 't overzicht niet te zien, krijgen alle drie de studierichtingen dezelfde grote wiskunde" als de civiel- ingenieurs. De cultuur ingenieurs en landmeters staan dus wat hun opleiding betreft in genen dele bij de laatsten ten achter. Wil men toegelaten worden tot de studierichting II dan moet 181 Bouwen op het platte land II Kabelbanen en moto rische drijfwerk- tuigen Cultuurtechnische oefeningen 2 1 3 23 9 32 I 8e Semester College Colloq. Oef. W atervoorziening (Techn.) 2 id. (Hyg.) 1 Astronomische Plaats- en Tijds bepaling 3 2 Massieve bruggen 2 Inleiding tot de Photogrammeterie 2 2 Inleiding tot de Hogere Geodesie 3 2 Organisatie en Uit voering v. Cul- tuurtechn. Werken 2 Ruilverkaveling 13 Organisatie, Be drijf en Prijsbere kening der Aan nemersbedrijven 2 Mechanische Werktuigen 2 II III Coll. Oef. Coll. Oef. 17 1 11 Cultuurtechnische opmetingen Speciale hoofd stukken uit de Landmeet kunde Geodetisch Practicum Photogrammetrisch Practicum Geophysisch Practicum Ontwerpen van Geodetische Instrumenten Ontwerpen van kaartnetten Inleiding tot de kennis der Plaatsnamen Cartografisch Practicum 29 7 7 3 als II 3 20 2 weken. I betekent de studierichting voor Cultuuringenieur en Landmeter. II betekent de studierichting voor Geodetisch Ingenieur en Geophysicus. III betekent de studierichting voor Topograaf en Cartograaf.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 21