De lengte van FC is op twee manieren uit de meetgetallen te berekenen. De beide uitkomsten zijn nagenoeg gelijk, het gemid delde (in mm) houden we aan. Nadat de coördinaten van de hoekpunten A, B, D en E in het stelsel FC bekend zijn, worden de hoekpunten opnieuw ge transformeerd. Nu naar het stelsel met B als oorsprong en BE als positieve IJ-as. De uitkomsten tevens het antwoord op vraag a afgerond in cm zijn: A 57.68, '4- 22.32 B 0.00, 0.00 C 11.58, 4- 53.79 D 54.09, 4- 91.84 E 0.00, 4- 152.28 F 42.31, 4- 85.97 Het gevraagde oppervlak kunnen we op drie verschillende ma nieren berekenen: uit de meetcijfers, in het stelsel FC en in het stelsel BE. Als resultaat vinden we 8424 ca. Nu vraag c. In de oplossing van opgave IX (Jrg. 6, afl. 4, blz. 8) hebben we gebruik gemaakt van de formule a a2 0„ b2 O, O, o„ Hierin zijn a en b de evenwijdige zijden van een trapezium, x de lengte van de rechte a en b, die het oppervlak van het trapezium verdeelt in twee delen. Oj en On (Oi het gedeelte gelegen tegen de zijde a). Deze formule komt ons ook hier goed van pas. We werken steeds in het stelsel I 'J FC. Om een trapezium te verkrijgen beginnen we door b.v. C en A rechten de X-as aan te brengen (resp. OCM en AN). OCM moet AB snijden in O en DE in M; AN snijdt DE in N. Uit de abscissen van O en M volgt meteen de lengte OM. De lengte AN is ons zo ook bekend. Uit de coördinaten is het oppervlak van OBCDM af te leiden, evenals dat van ANEF. Deze oppervlakten trekken we af van de halve oppervlakte van onze gegeven figuur. Daarmee hebben we de oppervlakten van de delen van ons trapezium gevonden. De lengte van de gevraagde deellijn RS (R op AB, S op DE) kunnen we nu berekenen. RS 127.706. De coördinaten van R en S verkrijgen we door b.v. op AN een punt P te bepalen zodat AP RS, een rechte door P AB te snijden met ED, enz. 186 Y~

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 26