Een uitnodiging van ons bestuur bracht mij enige tijd later naar het centraal bureau van de Cultuurtechnische Dienst te Utrecht ter nadere kennismaking met de Ozaprinter; ze is daar reeds vanaf Februari in gebruik en door de bereidwilligheid van oud-collega A. Valk, thans chef van de tekenkamer en repro afdeling, werd ik daartoe in de gelegenheid gesteld. Nu ook de kadastrale Fototechnische dienst te Amsterdam zo'n machine aangeschaft heeft, zal men in onze kringen zeker meer willen weten van deze nieuwe toepassing der lichtdruktechniek. De techniek als zodanig is niet zo nieuw. Reeds meer dan 100 jaar geleden werd de blauwdruk uitgevonden; veel later echter, n.l. in 1880 vond de methode praktische toepassing. De jongeren onder ons hebben wellicht nimmer deze blauwdrukken (witte lijnen op blauwe grond) gezien, want omstreeks 1925 begon het diazo materiaal, waarmee men positieve afdrukken verkrijgt, het blauw drukpapier te verdringen. Behalve het genoemde verschil tussen beide materialen (het ene negatief, het andere positief) en de grotere gevoeligheid van de diazotypie, verdient het verschil in ontwikkeling vermelding. Ik herinner mij hoe men dit ruim 30 jaar geleden be handelde: een calque werd in een drukraam buiten in de zon belicht, daarna in de schaduw op de grond gelegd en door middel van een tuinslang op de waterleiding afgespoeld. Na droging was de afdruk gereed. Zo'n blauwdruk v/as niet houdbaar; zij verbleekte, vooral in zonlicht, spoedig. Een nabehan deling in een dichromaatoplossing als fixeerbad verhoogde de houdbaarheid wel. Mijn eerste kennismaking met het diazomateriaal had plaats in 1924, toen ik opdracht kreeg dit nieuwe materiaal eens te pro beren. De belichting geschiedde met behulp van een verticaal cylindrisch drukraam, waarbij een koolspitsenlamp zich automa tisch op en neer bewoog. De ontwikkeling vond plaats in een eigengemaakte kist. Tien cm boven de bodem hiervan bevond zich een rooster, waarop de belichte afdruk werd gelegd. Onder het rooster was een bak aan gebracht, waarin zich ammoniak bevond. In deze kist vormden zich ammoniakdampen, welke de delen van de gevoelige laag, die niet door het licht waren aangetast (de lijnen) omzetten in een zichtbaar beeld (op de belichte plaat sen was de gevoelige laag reeds „weggebrand"). Dit was dus reeds een ontwikkelinrichting in zijn meest een voudige vorm. De van de nieuwste snufjes voorziene gecombi neerde machine van vandaag berust op dezelfde principes. Enkele van deze snufjes mogen we U niet onthouden. Overigens is de gecombineerde belichtings-ontwikkelmachine reeds meer dan tien jaar oud. Beide bewerkingen geschieden geheel automatisch. De calque (eventueel het filmmateriaal) wordt enkele centimeters in 189

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 29