In de reproductie-afdeling toonde men mij de aldaar opgestelde
Amerikaanse A.T.F. Standard Precision Camera, welke het vo
rige jaar werd aangeschaft.
Toen ik deze kostbare apparatuur zag, steeg mijn bewondering
voor de instelling, die dit rendabel weet te maken.
Staande achter de camera kan men met deze installatie nagenoeg
alles automatisch instellen.
Hij is opgesteld tegen de wand van een grote donkere kamer.
Tegenover de lens, (die door de wand kijkt") bevindt zich een
opnamebord, verstelbaar op rails. Door te draaien aan een handle,
onder de camera aangebracht, wordt dit bord, waarop zich de te
fotograferen kaart bevindt, vóór- of achteruit bewogen, terwijl
men op een cijferplaat de vergroting of verkleining kan aflezen.
De verlichting van het opnamebord geschiedt met 2 koolspits
lampen, die eveneens vanuit de donkere kamer, dus bij de camera,
worden bediend. Voor het maken van een reproductie is de gang
van zaken als volgt:
Een assistent legt de te reproduceren kaart in het opnamebord
onder een glazen plaat. Deze kan horizontaal worden gedraaid.
De fotograaf legt inmiddels zijn gevoelig materiaal met een maxi
male grootte van 60 X 60 cm op zijn plaats in de camera, waarna
hij de gewenste verhouding instelt, nadat de assistent het bord
met de kaart weer vertikaal heeft gesteld. Zo nodig vertelt een
belichtingstabel hem de duur van de belichting. Hij stelt deze in,
de lampen beginnen te branden om automatisch, na afloop van
de ingestelde tijd, weer uit te gaan. Bij de door mij bijgewoonde
demonstratie was dit 10 seconden. Het belichte materiaal moet nu
ontwikkeld worden. De donkere kamer van de C.T.D. is voorzien
van bakken van roestvrij staal, terwijl een thermostatische in
richting zorgt voor een automatische regeling van de temperatuur;
d.w.z. 's zomers zorgt ze voor afkoeling en 's winters voor
verwarming.
De C.T.D. gebruikt de camera in hoofdzaak om verkleiningen
te maken met het oogmerk, van verschillende kaarten, op ver
kleinde schaal één geheel te maken. Deze verkleinde negatieven
op doorzichtig documentpapier" worden op een lichtbak aan
elkaar gezet (het z.g. monteren). Bij het tekenen van de oor
spronkelijke kaarten wordt reeds rekening gehouden met deze
montage. Er wordt op elke kaart n.l. een overlapping getekend,
die later van zeer groot nut is. Door deze overlappingen kan men
beter de verkleinde negatieven aan elkaar sluiten. Men legt ze
n.l. heel eenvoudig op elkaar; hetgeen betekent dat de verkleining
met de nodige zorg moet geschieden. Heel gemakkelijk gaat dat,
want het doorlatende licht laat onmiddellijk afwijkingen zien. Men
weet dus zeker dat de negatieven goed op elkaar sluiten. Ze wor
den dan voorlopig met een stukje doorzichtig plakband aan elkaar
gezet. Dwars door de overlappingen, en wel op die plaatsen waar
de tekening het minst druk is, worden nu de negatieven door-
191