mentmakerij. Pybe Wouters, leerling van Tycho Brahe, oefende
in Friesland het beroep van landmeter uit, maar was tevens maker
van astrolobia, tot in de 18e eeuw de gebruikelijke hoekmeet-
instrumenten, en wie in de gelegenheid is het Fries Museum te
bezoeken kan daar nog een hoekmeetinstrument zien, door
,,P. Gualtheri" in 1606 vervaardigd.
Uit de studie van dr Maria Rooseboom ervaren we ook, welk
een betekenis de Fundatie van Renswoude (waar in de 18e en
19e eeuw landmeters werden opgeleid) had voor het door bedoelde
studie bestreken gebied. Het instrumentarium der Fundatie
waaruit dus ook de landmetersleerlingen konden putten kostte
aan aanschaf niet minder dan ongeveer 40.000,—! Doch in die
tijd was de productiewijze sinds lang al veranderd. Geen land
meter waagde zich meer aan instrumentmakerij, de individuele
instrumentmaker moest langzaam maar zeker plaats maken voor
de fabriek, waar de kapitaalkrachtige ondernemer zich gemak
kelijker de werktuigen kon aanschaffen, nodig om aan de over
de gehele linie stijgende eisen aangaande de nauwkeurigheid te
kunnen voldoen. En deze tendenz tot concentratie en specialisatie
is gebleven tot de huidige dag en hoogst zeldzaam zijn mensen
geworden als I. van Pelt uit Breda, die in ons kadastrale wereldje
tot zijn dood dè grote trekpennenmaker bleef en wiens roem nog
onverminderd onder ons ouderen voortleeft. Het is een der
verdiensten van het boekje van mej. Rooseboom, dat dit de vele
nederige voorgangers van onze eenvoudige I. van Pelt zonder
wiers instrumenten geen landmeetkunde had kunnen worden uit
geoefend en geen kaart kon zijn getekend aan de vergetelheid
ontrukte.
P. S. TEELING.
Voorlopig rapport inzake de registratie van het
Agrarisch grondgebruik (gratis uitgave van het
Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedsel
voorziening).
Bij beschikking van de Minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening van 30 September 1947, no. 1047, Afdeling
Grond- en Pachtzaken, is een Commissie ingesteld, die tot taak
had een advies uit te brengen inzake de registratie van het agra
risch grondgebruik.
Er is daarbij overwogen dat men, ook indien niet terstond tot
een, eventueel door de Commissie mogelijk geachte, registratie kan
worden overgegaan, althans beter georiënteerd zal zijn over het
geen aan de uitvoering van deze arbeid is verbonden.
Voorzitter van de commissie is Dr Ir M. J. Boerendonk.
Ir C. Staf, Directeur-Generaal van de Landbouw, installeerde
194