Wij hebben hier gereproduceerd een schets uit de regeringstijd
van koning Bur-Sin of Ibi-Sin (fig, 5) met daarnaast een afbeel
ding van hetzelfde veld, ongeveer op schaal (fig. 6). Op de voor
zijde van de steen is een groot veld van onregelmatige vorm ge
tekend, volgens de ingeschreven notities gelegen in de stad
Schulgi-sib-kalamma; het is verdeeld in 4 in het midden liggende
rechthoeken en 11 trapeziums en driehoeken er om heen. Deze
verdeling is dus geschiedt om de berekeningen te vergemakke
lijken. De lengten staan langs de zijden ingeschreven, de opper
vlakten bij de buitenste stukken er naast, bij de binnenste in het
midden, bij deze laatste echter op twee, niet met elkaar overeen
stemmende, wijzen.
Op de rugzijde wordt de som der buitenste delen als 136.40 ikü
vermeld, die van de middelste rechthoeken als 503.54 ikü totaal
(voor het woord ,,gan" op de tekening leze men overal: „ikü").
Daarvan moeten 497.44 ikü akkers zijn en 142.50 ikü gebouwen
en bergachtig (lees: geaccidenteerd) terrein. De berekening is
eenvoudig.
180 X 180
De inhoud van A LXM is of, blijkens het bij-
2
schrift, 9 ikü (1 ikü 1800 kwadraat-eenheden). Het trapezium
OBCP moet volgens het bijschrift bevatten 41 ikü vlak land en
2 ikü 1/3 1/72 bergachtig terrein, samen 43.34 ikü en daarmee
stemt de berekening overeen, immers 207.5 X 752/2 geeft 78020
kwadraateenheden of 43.34 ikü.
Omtrent de berekening van de grotere rechthoeken in het mid
den verkeerden de landmeters in het onzekere.
De twee berekeningen wijken hier af, omdat men de betere
controle half dubbel rekende en b.v. de lengte van de lijn YY'
vond, door de som der lengten van JF, RE en QD te vermin
deren met de lengte MY. Zo geschiedde het ook in de andere
rechthoeken. Er ontstond door deze methode een eerste berekening
van 511.16 en een tweede van 495.84 ikü. De gemiddelde opper
vlakte van 503.54 is in de sommering vermeld.
Voor het oud-oosterse tijdvak, waarin deze werkstukken ont
stonden, was een dergelijke opgave niet zo eenvoudig. Door de
voor de metingen aangewezen personen werden dan ook vooraf
vele oefeningen gemaakt. Wij vinden zulke oefeningen (opgaven
met de oplossingen) in verschillende verzamelingen uit de le Dy
nastie van Babel, de Hammurapi-periode 686970
Behalve bij deze aan de practijk ontleende vraagstukken, speelde
de wiskunde ook bij de kalendervorming een belangrijke rol. Om
167
68) Orientalische Literaturzeitungt hrsg. von Peiser, XIX, blz. 262.
G9) Revue Ass, XIX, blz. 149.
70) Cuneiform texts from Bab. tablets in the British museum IX, 8, 1; IX,
9, 19; 10, 23; 11, 47.