maar na 1920 namen zij de naam over van landmeetkundig amb tenaar" en dit bleef zo tot 1948. In dat jaar zag een nieuwe ver ordening 2het licht, waarin werd bepaald, dat na 1951 de titel van „Vermessungstechniker" (landmeetkundig ambtenaar) niet meer wordt verleend, maar dat dan de geslaagden van de 4-jarige speciale opleidingscursus weer als vóór 1920 zullen heten „Ver- messungszeichner" (landmeetkundig tekenaar). Het Verband Schweizerischer Vermessungstechniker" maakt hier echter bezwaar tegen. Een soortgelijk geschilpunt houdt ook in Nederland de ge moederen bezig. 9. Wat behelst nu deze opleiding tot landmeetkundig tekenaar en welke eisen worden aan de leerlingen gesteld? Een jongeling, die leerling-tekenaar bij een particulier landmeter wil worden, moet 3 jaar middelbaar onderwijs hebben genoten. Daarna kan hij bij een landmeter in dienst treden. Hij verdient dan 30110 3) francs per maand, opklimmend met de leertijd. Per landmeter mag slechts één leerling-tekenaar tegelijk worden aangenomen. Heeft deze ene leerling zijn leertijd van 4 jaren achter de rug, dan mag weer een nieuwe leerling door de landmeter worden aangesteld. Slechts in zeer speciale gevallen kan van deze regel worden afgeweken. Wat leert nu zo'n leerling op het bureau van de particuliere landmeter? Voorgeschreven is, dat het hoofdzakelijk de eigen schappen netheid" en .betrouwbaarheid" zijn, die hem moeten worden bijgebracht, benevens het zorgvuldig, keurig en snel kun nen werken. Hij moet een dagboek bijhouden, waarin de door hem verrichte werkzaamheden en de hiervoor benodigde tijd precies worden genoteerd. De hem opgedragen werkzaamheden dienen van 't begin af aan al uit beroepsbezigheden te bestaan. Naast de practische werk zaamheden in het terrein en op het bureau, wordt hem kennis bijgebracht omtrent de volgende zaken: Tekenmaterialen; het belangrijkste van de verschillende repro ductiemethoden; formaat van tekeningen, legenda. Het gebruik van het eenvoudige teken- en meetgereedschap. Karteringsappa- raten en hun gebruik. Schalen. Het tekenen en uitwerken van plans, calques en overzichtskaarten. Verder: het uitzetten van rechte lijnen en rechte hoeken; het meten met de meetlat en met de meet band; verzekering van vaste punten; opnamemethoden; nauwkeu righeidsvoorschriften; landmeetkundige instructies; oppervlakte- berekening; de onderdelen van landmeetkundige werkzaamheden; hoogtemeting. De werkzaamheden in het terrein bestaan o.a. uit: het ver- 218 2) .Reglement über die Durchführung interkantonaler Fachkurse für die Ver- messungszeichnerlehrlinge des deutschprachigen Landesteils vom 5 Mai 1948". 3) Huidige off. koers 1 fl. 1,15 Zw. frs.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 14