Hel Kadaster in de Rijksbegroting (I)
Algemeen*
In de begroting van Financiën (Hoofdstuk VII B) voor het
dienstjaar 1951 wordt ter toelichting van artikel 143 „Dienst van
het Kadaster" medegedeeld, dat de personeelsbezetting t.o.v. 1950
met 32 ambtenaren is verminderd. Dit betreft uitsluitend personeel,
werkzaam op de hypotheekkantoren. Met betrekking tot de dienst
van het Kadaster, zo lezen wij, is bij voortduring het streven van
de Minister er op gericht om, voor zover mogelijk, werkzaamheden
van de landmeters over te brengen naar de landmeetkundige
ambtenaren*
De hogere raming van dit artikel 6.459.225 toegestaan voor
1950 tegen ƒ6.987,380 geraamd beloop voor 1951) is uitsluitend
het gevolg van de 5 salarisverhoging en van de normale pro
moties en periodieke salarisverhogingen.
Artikel 145 (specifieke uitgaven van het Kadaster) is verhoogd
door voorgenomen uitgaven voor luchtkartering ten behoeve van
de ruilverkaveling 50.000,Van dit bedrag wordt ruim 60
terug ontvangen van het Ministerie van Landbouw, Visserij en
V oedselvoorziening.
Voor de beloning van meetarbeiders in los dienstverband is de
raming voor 1951: 20.000 lager dan het voor 1950 toegestane
bedrag van 120.000.
De kosten voor de gecentraliseerde opleiding van tekenaars is
evenals vorig dienstjaar, geraamd op 10.000.
In verband met uitbreiding van werkzaamheden bij het kadaster
moest voor aanschaffing van instrumenten, werktuigen, kadstenen,
inrichting van stations voor de Rijks-driehoekmeting en andere
benodigdheden 10.000 meer worden geraamd, n.l. 50.000.
Personeel*
In bijlage 1 van de memorie van toelichting op het ontwerp
worden de salarissen en de totaalaantallen van het personeel als
volgt omschreven:
Afdeling Kadaster en Hypotheken (art. 127):
224
1951 1950
aantal
rang
aantal
salaris 1951
salaris 1950
1
Inspecteur
10332
9840
1
Bewaarder 2e kl
9072
8640
1
Landmeter le kl
7812
7440