dienst van de Rijksdriehoekmeting, de dienst in ons land die zich wel het allermeest met centreren bezighoudt. De opgave is ontleend aan een meting van de RD, daarom is de lengte tussen de basispunten in vier cijfers achter de komma gegeven. Deze dienst moet met het oog op latere berekeningen over zeer nauwkeurige stations gegevens kunnen beschikken. Zie ook het hoofdstuk IV van Landmeetkunde" door Ir. A. J. H. Meertens. Zoals gebruikelijk was de in de opgave vermelde lengte reeds voor temperatuur en stereografische projectie gecorrigeerd. Was dit niet het geval geweest, dan was er melding van gemaakt. Nu volgt de oplossing. We zullen samen het formulier Kadaster nr. 37, bij ons meer bekend als (H.T.W.) nr. 18, invullen. Beginnen we met in afd. 2 de gegevens te vermelden. (Een voor beeld vindt men in: Harkink", blz. 225). Eerst worden de rich tingen, gemeten op het Hulppunt, ingevuld, vervolgens die op Basis West en tenslotte die op Basis Oost. De volgorde Basis West-Basis Oost is willekeurig, maar wel is het prettig de meting op het punt waar de z.g. verre richting gemeten is, het richtings- punt dus, het eerst in te vullen. Aan de hand van de gegevens maken we een schets van de situatie. Alleen de stand t.o.v. de Noordrichting kunnen we nog niet bepalen. De stippellijnen in de figuur dienen hier alleen ter verduidelijking van de tekst, maar worden overigens nooit in de schets getrokken. Vervolgens gaan we naar afd. 1. Hier berekenen we de ont brekende elementen van de drie driehoeken. We beginnen met A HWO. Van deze driehoek zijn de drie hoeken gemeten, hun som bedraagt 200,0025 gr. Dit geeft een totale correctie van 25 dmgr. Deze verdelen we gelijkelijk over 230

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 26