vulling van afd. 2, kol 5 en 6 zijn eenvoudig zelf te bedenken.
Een controle op de berekeningen van afd. 3 en 4 is echter nog
wel zeer gewenst. Deze kunnen we verkrijgen door HW3 regel
recht uit de coördinaten te berekenen. We vinden nu 331,2609.
Deze waarde stemt op 1 dmgr na overeen met de waarde gevonden
aan het slot van afd. 4. We mogen dus aannemen dat onze be
rekening van de overgang goed is geweest.
De controles mogen we nooit nalaten, omdat centreren een bezig
heid is waarbij achtereenvolgens verschillende kleine berekeningen
worden uitgevoerd, maar waarbij ook de kansen op het maken
van vergissingen legio zijn.
Een controle op de meting, of er inderdaad wel op Wieringer-
meer 3 gericht is, hebben we niet in de gegevens opgenomen om
de opgave niet nog ingewikkelder te maken.
Goede oplossingen ontvingen we van de Heren S. de Boer,
C. P. Born, J. F. Cock, S. Helmerhorst, J. H. Holsbrink, W. v.
Keppel, E. Krikke, S. de Moor, B. F. Osinga, A. v. Prooijen,
W. Schlaepfer, R. C. Stolker, J. F. van Weelden en I. C. Zwartbol.
Opgave XXV. i
Deze opgave ontvingen we van oud-collega L. W. v. d. Horst,
te Amsterdam.
Oplossingen worden voor 25 December ingewacht door Mej.
C. A. C. Best, Conradkade 60, Den Haag.
Om een wegkruising minder
scherp te doen zijn, wordt hoek
S van een perceel door twee cir
kelbogen afgerond, die de zijden
in A en B, en elkaar in punt D
raken.
Bereken de oppervlakte die
naar de weg overgaat, als nog
gegeven is dat hoek a =84,9416
gr.
233