Kadasters in de Oudheid (V)
door W. KOOPMANS.
Maateenheden, maten, meetgereedschappen,
In de meeste maatsystemen uit de oudheid vormen 600 voet de
stadie. De ammatgagar, de stadie uit het oude land Kaldoe of
Chaldaea in Babylonië, is 189 meter lang, dus 5 meter langer dan
de Olympische stadie.
Men onderscheidde landbouwmaten en andere. Eén van deze
landbouwmaten, de makhar (Gr. socaréon) is 3 a57 ca. Boven
deze kende men ook de makhar rabit 36 makhar.
De oudste el 78is 0.495 m. In dit zeer oude systeem passen
de oppervlaktematen se 0.2m2, gin 3 se, sar 60 gin of
35 m2, gan 100 sar of 35 a (dit was heel vaak de oppervlakte
van een akker) en de bur 18 gan s= 6.35.10 ha 78a)
De Babyloniërs kenden en gebruikten de palm van 0.105 m,
de voet van 3 palm 0.315 m, de el van 5 palm 0.525 m, de
pas 8 palm. de 1/10 stadie 36 el, de stadie t= 1800 palm of
189 m en de dubbele stadie van 378 m.
Naar onze mening wijst deze goede indeling op een althans
op dit punt hogere beschaving dan er bestond bij die volken,
waar men rekent met „een kop thee ver" als in Tibet, een
„koeroep" als in het vroegere Brits-Indië, een „wandelstoklengte",
als bij de Maori's of, zoals op Bali en Lombok, waar men ook in
recente tijden nog geen meetkundige vlaktemaat gebruikte en waar
ook in de koop- en pandbrieven alleen het waterkwantum werd
vermeld, nodig om een bepaald terrein te besproeien.
De Egyptische oppervlakte-éénheid bij het landmeten was de
sta (Gr.: aroure) t= 1 vierkante khet 100 vierkante ellen of
2756 m2, waaruit volgt, dat 1 el 0.525 m. Deze maat was reeds
gedurende de eerste Dynastieën, waarschijnlijk nog wel eerder in
gebruik.79) 80Bij bouwwerken is ze vrij algemeen in gebruik
206
78) Journal des Géomètres et experts franpais 1928, blz. 101, art. Thureau—Dangin.
78a) Revue d' Assyriologie et d' Archéologie Oriëntale, 1930, deel XXVII, blz.
65, e.v. art.: Mesures agraires et calcul des superficies dans les textes picto-
graphiques de Djemdet-Nasr par C. Allotte de la Fuye.
79G. Dykmans, Histoire économique et sociale de l'Ancienne Égypte, 1936,
deel 2, blz. 40.
80) Wiedemann, Das alte Aegypten, blz. 414.