over inlichtingen vragen. De ervaring leert, dat hierdoor lang zamerhand het juiste begrip ontstaat aangaande de maatstaven, welke zijn aan te leggen bij het beoordelen van de vraag, of ver voer per auto in een bepaald geval geoorloofd is. Ook bij het Departement van Oorlog zou nog meer gebruik van openbare vervoermiddelen kunnen worden gemaakt en het aantal stads- ritten was eveneens voor beperking vatbaar. (De stukken voor de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting worden niet meer naar en van diens woning vervoerd met een dienstauto, doch per fiets. De besparing is 1250,per jaar. Een voorbeeld!) In dit verband werd nog gewezen op het halen van en het brengen van personeel naar bureaux, hetgeen niet in overeen stemming is met een Regeringsbesluit, opgenomen in de Staats courant van 29 Juli 1948. In 1948 had de Algemene Rekenkamer aan de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening verzocht een beslissing te nemen ten aanzien van autokosten, in 1945 en 1946 gemaakt ten behoeve van een hoofdambtenaar van diens Departement, tot een totaalbedrag van 6674,11. Naar haar aanvankelijk oordeel zou dit gehele bedrag in 's Rijks kas moeten terugkeren. De Minister gaf aan de Kamer in overweging, zich te verenigen met de terugbetaling door de betrokkene van 1501,48. De hoofd ambtenaar had aannemelijk kunnen maken, dat de overige uitgaven verband hielden met de uitoefening van de dienst. Met dit voor stel heeft het College genoegen genomen. Tot zover het Verslag over deze aangelegenheid. Het komt ons voor, dat ook het economisch gebruik van de dienstauto belangrijk is. Als er plaats is voor 4 personen, dan moeten die plaatsen zoveel mogelijk bezet zijn. De dienstauto moet gebruikt kunnen worden door alle ambtenaren, ongeacht de rang, die hem ter uitoefening van de dienst behoeven. Het besef, dat de auto een gebruiks voorwerp is en helemaal niet een voorwerp ter verhoging van het prestige, moet volledig doordringen. Aan de doorvoering van dit gezonde begrip kan blijkbaar ook de Algemene Rekenkamer medewerken. Bij de kadastrale dienst is verbetering merkbaar. De Algemene Vergadering V.T.A.K. 1950 De buitengewone grote opkomst (187 gewone leden) bewees wel, dat de activiteit van de groep tekenaars en landmeetkundige ambtenaren nog steeds groeiende is. Veel problemen vragen de directe aandacht. In het algemeen kan met vreugde worden ge constateerd, dat de levendige gedachtenwisseling over de agenda punten thans een grotere kennis van de dienst in al zijn onder delen verried dan in verschillende vroegere bijeenkomsten bleek. 243

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Orgaan der Vereeniging TAK | 1950 | | pagina 39